ECLI:NL:GHARL:2018:9643

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 november 2018
Publicatiedatum
6 november 2018
Zaaknummer
TBS P18/0152
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde met antisociale persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1969, die verblijft in een trainingswoning van een resocialisatie-unit in Rotterdam. De kliniek adviseerde om de resocialisatie voort te zetten, terwijl de reclassering voorstelde de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Het hof oordeelde dat het gevaar voor de veiligheid van anderen tot een aanvaardbaar niveau was teruggebracht, waardoor de verpleging voorwaardelijk kon worden beëindigd. De terbeschikkinggestelde had zich bereid verklaard zich aan de voorwaarden van de reclassering te houden. Het hof vernietigde de eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, die de verpleging had verlengd, en verlengde de terbeschikkingstelling met twee jaar, terwijl de verpleging van overheidswege onder voorwaarden werd beëindigd. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de adviezen van de kliniek en de reclassering, waarbij het hof de veiligheid van de samenleving vooropstelde.

Uitspraak

TBS P18/0152
Beslissing d.d. 1 november 2018
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1969] ,
verblijvende in een trainingswoning van resocialisatie-unit [naam unit] te Rotterdam,
onder verantwoordelijkheid van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Kijvelanden te Poortugaal.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 7 februari 2018, houdende afwijzing van het verzoek om de reclassering onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 23 april 2008, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • het verlengingsadvies van FPC De Kijvelanden van 1 december 2017;
  • de wettelijke aantekeningen van het derde kwartaal van 2016 tot en met het derde kwartaal van 2017;
  • de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 28 december 2017, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 15 februari 2018, waarbij namens de terbeschikkinggestelde beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank van 7 februari 2018;
- de aanvullende informatie van FPC De Kijvelanden van 29 juni 2018, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen van het vierde kwartaal van 2017 tot en met het eerste kwartaal van 2018;
  • het e-mailbericht van mr. B.J. Tieman van 11 juli 2018, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van de zitting van dit hof op 12 juli 2018;
  • de tussenbeslissing van dit hof van 25 juli 2018;
  • het advies van Reclassering Nederland van 17 september 2018.
Het hof heeft ter zitting van 18 oktober 2018 gehoord:
  • de deskundige L.C. de Geus, als GZ-psycholoog werkzaam bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal;
  • de deskundige [deskundige] , als toezichthouder werkzaam bij Reclassering Nederland te Rotterdam;
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht;
  • de advocaat-generaal mr. W.C.J. Stienen.

Overwegingen:

Het advies van de kliniek
Uit het verlengingsadvies van de kliniek volgt dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken. Ten tijde van het indexdelict - doodslag - gebruikte hij verschillende middelen en waren andere risicofactoren ook nog actueel.
De terbeschikkinggestelde verblijft sinds september 2016 op resocialisatieafdeling [naam unit] van de kliniek. Daar heeft hij wekelijks begeleidingsgesprekken. Hij heeft daarnaast gesprekken met een psycholoog en een psychiater van [naam unit] . Verder wordt hij begeleid door een arbeidsconsulent. Er is ook een maatschappelijk werker betrokken.
Bij voortzetting van de hulpverlening wordt het risico op recidive van gewelddadig gedrag als laag tot matig ingeschat door de kliniek. Bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt het recidiverisico als matig tot hoog ingeschat.
Ten tijde van het uitbrengen van het verlengingsadvies van 1 december 2017 had de terbeschikkinggestelde net de overstap gemaakt naar een trainingswoning van [naam unit] . Uit de aanvullende informatie komt naar voren dat de kliniek toewerkt naar zelfstandig wonen van de terbeschikkinggestelde via een proefverloffase, waarbij het risicomanagement geleidelijk wordt overgedragen aan de reclassering. De terbeschikkinggestelde behoudt zijn balans in de huidige omstandigheden, waarbij het externe risicomanagement meer op afstand is komen te staan. Afhankelijk van de mate waarin hij de beschermende factoren verder weet op te bouwen, zal het externe risicomanagement verder afgebouwd kunnen worden in de komende periode. De kliniek acht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege op dit moment nog prematuur en adviseert om de huidige maatregel met één jaar te verlengen.
Dit verlengingsadvies is ter zitting in hoger beroep toegelicht en gehandhaafd door de deskundige De Geus. Deze deskundige heeft verklaard dat de terbeschikkinggestelde na het positief verlopen intakegesprek voor zijn plaatsing bij de Forensische Regionale Instelling Begeleid Wonen (F-RIBW) in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, kan blijven wonen in de trainingswoning van de F-RIBW waar hij op dit moment al verblijft. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel wordt de verantwoordelijkheid voor het toezicht overgeheveld naar de reclassering en biedt de F-RIBW alleen woonbegeleiding. De F-RIBW is ook bereid die woonbegeleiding te bieden in het kader van een voorwaardelijk beëindiging van de maatregel, al geeft men de voorkeur aan begeleiding in het kader van de huidige maatregel. Het Extramurale Forensische Team (EFT) blijft begeleidingsgesprekken met de terbeschikkinggestelde voeren als de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. Bij continuering van de huidige maatregel behoudt de kliniek de verantwoordelijkheid voor het toezicht en een eventuele ambulante behandeling. De ambulante behandeling van de terbeschikkinggestelde is inmiddels beëindigd omdat hij geen hulpvraag heeft. De kliniek is niet voornemens de ambulante behandeling te hervatten.
De kliniek maakt bij de risicoschatting gebruik van een risicotaxatie-instrument waarbij ook met een klinische blik naar de risico's wordt gekeken. De kliniek beschouwt de score van de terbeschikkinggestelde op de psychopathieschaal tijdens het onderzoek in het Pieter Baan Centrum in 2006 als een belangrijke risicofactor voor terugval in delictgedrag. De charmante en oppervlakkige manier waarop hij communiceert met anderen maakt het moeilijk om de risico's goed in te schatten. Daarom acht de kliniek het van belang dat de reclassering hem goed leert kennen tijdens een proefverlof, voordat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd.
Het advies van de reclassering
De reclassering acht de terbeschikkinggestelde in staat om zonder direct toezicht van de kliniek verder vorm te geven aan zijn resocialisatie, waarbij het Extramurale Forensische Team (EFT) van [naam unit] wel op de achtergrond betrokken zal blijven vanwege de woonbegeleiding en de regelingen die daarmee samenhangen. De samenwerking met het EFT verloopt momenteel al prima.
De reclassering schat het recidiverisico op basis van het risicotaxatieinstrument RISC op korte termijn in als laag, zolang de terbeschikkinggestelde onder begeleiding blijft van de hulpverleners waarop hij nu kan terugvallen met betrekking tot wonen. Op de lange termijn wordt het recidiverisico als laag/gemiddeld ingeschat door de reclassering.
De reclassering adviseert de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen onder de voorwaarden die zijn vermeld in het adviesrapport van 17 september 2018.
Dit advies is ter zitting toegelicht en gehandhaafd door de deskundige [deskundige] . Deze deskundige heeft verklaard dat de reclassering op basis van een ander risicotaxatie-instrument komt tot een lagere inschatting van het recidiverisico dan de kliniek. Het intakegesprek voor de plaatsing van de terbeschikkinggestelde bij de F-RIBW in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is positief verlopen. De F-RIBW bevindt zich naast de trainingswoning waar de terbeschikkinggestelde nu verblijft. Indien het niet goed met hem gaat, kan hij bij een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel in het kader van een time out net zo snel tijdelijk worden teruggeplaatst in de kliniek als bij een proefverlof in het kader van de huidige maatregel.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde staat achter het advies van de reclassering. Hij is ook bereid om zich te houden aan de voorwaarden die zijn vermeld in het reclasseringsrapport. De raadsman heeft aangevoerd dat de kliniek negatief over de terbeschikkinggestelde blijft rapporteren. De kliniek verwijst nog steeds naar de score van de terbeschikkinggestelde op de psychopathieschaal tijdens het onderzoek in het Pieter Baan Centrum in 2006, terwijl hij na het uitzitten van een lange gevangenisstraf en het ondergaan van een langdurige behandeling veel lager heeft gescoord op die schaal bij een zesjaars-onderzoek van onafhankelijke deskundigen, die concluderen dat er bij hem geen sprake is van psychopathie. De basis van de risicotaxatie van de kliniek is ondeugdelijk. De terbeschikkinggestelde is - afgezien van één positieve score bij een urinecontrole op het gebruik van drugs - tijdens zijn terbeschikkingstelling nooit betrokken geweest bij incidenten. Hij wordt ook niet meer behandeld. Hij heeft verschillende banen gehad. Hij woont nu op zichzelf in een woning van de F-RIBW. Feitelijk staat de terbeschikkinggestelde al los van de kliniek. Hij komt op grond van een urgentieverklaring in aanmerking voor een zelfstandige woning. De raadsman heeft bepleit de verpleging voorwaardelijk te beëindigen overeenkomstig het advies van de reclassering.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De deskundigen verschillen van mening met betrekking tot de vraag of de verpleging van overheidswege al dan niet voorwaardelijk kan worden beëindigd. Materieel maakt het voor de terbeschikkinggestelde niet veel uit of de verpleging van overheidswege op dit moment voorwaardelijk wordt beëindigd. Bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar zal - uitgaande van de huidige expiratiedatum - de volgende verlengingsvordering al over vier maanden aan de orde zijn. Wellicht komen de kliniek en de reclassering tot een gezamenlijk standpunt voor die zitting. Gelet op het ontbreken van consensus op dit moment kiest de advocaat-generaal voor maximale veiligheid die is gediend met een gefaseerde uitbreiding van vrijheden. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen daar het tot een andere beslissing komt.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 23 april 2008 is veroordeeld ter zake van doodslag. Dit is een geweldsmisdrijf in de zin van artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek volgt dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt het recidiverisico als matig tot hoog ingeschat door de kliniek. De reclassering komt op basis van een andere risicotaxatie-methode tot een lagere inschatting van het recidiverisico dan de kliniek. De reclassering schat het recidiverisico op korte termijn in als laag, zolang de terbeschikkinggestelde verder wordt begeleid door de hulpverleners die hem nu ook al begeleiden. De reclassering acht de terbeschikkinggestelde in staat om zonder toezicht van de kliniek verder te resocialiseren. Uit de risicotaxatie en het daarop gebaseerde advies van de reclassering valt echter af te leiden dat het recidiverisico - ook in de visie van de reclassering - kan toenemen wanneer de terbeschikkingstelling onmiddellijk wordt beëindigd.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof laat zich bij de verlenging van de terbeschikkingstelling leiden door het uitgangspunt dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Mede gelet op het tijdsverloop sinds de formele expiratiedatum van de terbeschikkingstelling (2 februari 2018]) acht het hof verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren geïndiceerd.
Voorwaardelijke beëindiging verpleging van overheidswege
De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard zich te houden aan de voorwaarden die de reclassering heeft geformuleerd in haar maatregelrapport van 17 september 2018. De reclassering ziet voldoende mogelijkheden voor de begeleiding van de terbeschikkinggestelde in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De deskundige [deskundige] heeft ter zitting van het hof gepersisteerd bij het advies van de reclassering om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
De kliniek heeft geadviseerd de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde voort te zetten in het kader van de huidige maatregel, waarbij de reclassering hem tijdens een proefverlof kan leren kennen voordat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. Uit de toelichting van de deskundige De Geus op het advies van de kliniek komt echter naar voren dat de verdere begeleiding van de terbeschikkinggestelde materieel niet zal veranderen wanneer de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. Het valt dan ook niet te verwachten dat een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel op zichzelf zal leiden tot een toename van het recidiverisico. Indien de terbeschikkinggestelde zich niet mocht houden aan de voorwaarden dan wel het om een andere reden noodzakelijk mocht blijken om in te grijpen, dan kan hij in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel ook tijdelijk worden teruggeplaatst in de kliniek.
Gelet op het voorgaande is het hof - anders dan de advocaat-generaal en met de raadsman - van oordeel dat het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht dat beëindiging van de verpleging van overheidswege onder na te melden voorwaarden kan plaatsvinden.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 7 februari 2018 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Beëindigtde verpleging van overheidswege en stelt daarbij de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde:
zich niet schuldig maakt aan strafbare feiten. Hij begeeft zich ook niet in situaties die risicovol voor hem zijn;
zich onder toezicht stelt van de reclassering. Hij houdt zich aan de meldplicht. Ook houdt hij zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem worden gegeven. Hij zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering en zijn begeleiders;
zich houdt aan de aanwijzingen van en de afspraken met zijn begeleiders van het Extramurale Forensische Team van F-RIBW " [naam unit] ". Ook houdt hij zich aan de op zijn verblijfplaats geldende huis- en leefregels;
zijn woon- of verblijfadres niet wijzigt zonder overleg met en toestemming van de reclassering;
zich coöperatief en begeleidbaar opstelt naar begeleiders/behandelaars. Hij geeft openheid van zaken ten aanzien van alle leefgebieden;
inzicht geeft in zijn financiële situatie. Hij zal, indien dit naar het oordeel van de reclassering is geïndiceerd, zijn medewerking verlenen aan budgetbeheer / bewindvoering bij een door de reclassering goedgekeurde organisatie;
mee werkt aan Forensisch Psychiatrisch Toezicht; ook indien dit betekent een vrijwillige time-out opname in FPC De Kijvelanden of een andere door IFZ aan te wijzen instelling, van maximaal veertien weken per kalenderjaar;
mee werkt aan - indien geïndiceerd - begeleiding/behandeling door een nader te bepalen instelling (zoals een forensische polikliniek). Hij houdt zich aan de afspraken met en de aanwijzingen van zijn begeleider/behandelaar voor zolang die dat nodig acht, ook als dat medicatie-inname betreft;
zich onthoudt van middelengebruik zolang de reclassering dit nodig acht. Hij laat zich hierop controleren, onder meer via urinecontroles en blaastests. Hij geeft openheid over middelengebruik;
mee werkt aan een opname bij [naam instelling] of een soortgelijke instelling, bij terugval in middelengebruik, indien dit door de reclassering en/of zijn begeleider(s)/ behandelaar(s) noodzakelijk wordt geacht;
de reclassering zicht verschaft op de voortgang van zijn resocialisatie en begeleiding. Hij verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
zich inzet voor het hebben en behouden van een adequate dagbesteding voor meerdere dagen per week, naar gelang zijn draagkracht;
zich niet begeeft buiten de Europese landsgrenzen van Nederland;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking aan het verstrekken van een pasfoto verleent en het verstrekken van informatie, zoals bedoeld in het kader van het landelijk opgestelde opsporingsbeleid ten aanzien van tbs-gestelden.
Draagt Reclassering Nederland op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. K.A.J.M. Wetzels als raadsheren,
en drs. A. Vissers en Drs. C.J.J.C.M. van Gestel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 1 november 2018 in het openbaar uitgesproken.
mr. Y.A.J.M. van Kuijck en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.