ECLI:NL:GHARL:2018:9672
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Procescomplicatie na veroordeling VOF en vennoten, terwijl alleen vennoten in hoger beroep komen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, zijn appellanten, vennoten van de vennootschap onder firma Taxi Centrale IJburg, in hoger beroep gekomen tegen een eerdere veroordeling door de kantonrechter. De zaak betreft een procescomplicatie waarbij alleen de vennoten in hoger beroep zijn gekomen, terwijl de vennootschap zelf niet in hoger beroep is gegaan. De appellanten hebben de vernietiging van de vonnissen van de kantonrechter van 7 december 2016 en 2 augustus 2017 gevorderd, en hebben tevens een tegenvordering ingediend tegen de geïntimeerde, die in eerste aanleg eiser was.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de vennootschap onder firma Taxi Centrale IJburg is opgericht in november 2009. De vennoten hebben een overeenkomst gesloten waarbij zij gebruikmaken van de taxivergunning van een van de vennoten. De geïntimeerde was aanvankelijk vennoot, maar heeft zich in juli 2014 laten uitschrijven. De geïntimeerde heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de VOF en de vennoten, die door de kantonrechter is toegewezen. In hoger beroep hebben de appellanten betoogd dat de vordering van de geïntimeerde ten onrechte is toegewezen en dat zij zelf geld van de geïntimeerde te vorderen hebben.
Het hof heeft vastgesteld dat de VOF niet in hoger beroep is gekomen van het bestreden vonnis in conventie, waardoor de tegen de VOF toegewezen vordering ten uitvoer kan worden gelegd. De appellanten zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering en de vordering van de geïntimeerde is alsnog afgewezen. Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, omdat een deel van de vordering van de appellanten niet toewijsbaar was.