Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 24 augustus 2016 het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond heeft verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene betoogt dat de kantonrechter de hoorplicht heeft geschonden, omdat de officier van justitie ten onrechte het beroep als kennelijk ongegrond heeft verklaard zonder de gemachtigde te horen. Het hof oordeelt dat de kantonrechter inderdaad heeft miskend dat de officier van justitie niet zonder meer van het horen kon afzien. Echter, het hof concludeert dat de betrokkene door deze schending niet in zijn belangen is geschaad, waardoor de beslissing van de kantonrechter niet vernietigd hoeft te worden.
De zaak betreft een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd aan de betrokkene voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht, vastgesteld door een flitspaal. De gemachtigde stelt dat de bewijsstukken niet aantonen dat de betrokkene het verkeerslicht heeft gepasseerd. Het hof wijst erop dat de gegevens van de flitspaal en de bijbehorende foto's wel degelijk aantonen dat de betrokkene het verkeerslicht heeft gepasseerd terwijl het rood licht brandde. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.