Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
Achmea,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 13 november 2018, wordt een geschil behandeld tussen appellanten, wonende te [A] en [B], en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De zaak betreft een verzekeringsclaim die door Achmea is afgewezen op basis van vermeende brandstichting. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 3 juli 2018 en heeft de appellanten in de gelegenheid gesteld om te reageren op een rapport van Biesboer Expertise, dat door Achmea was overgelegd. Het hof stelt dat voor de bewijslevering in dit geschil niet de eis geldt dat de brandoorzaak met wetenschappelijke zekerheid moet worden vastgesteld, maar dat een redelijke mate van zekerheid voldoende is. Het hof heeft deskundigen benoemd en vraagt om nadere informatie van laboratoria die hebben gerapporteerd dat monsters sporen van motorbrandstof bevatten. De discussie over de betrouwbaarheid van de labuitslagen is aan de orde, waarbij het hof twijfels heeft over de conclusies van de deskundigen. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 11 december 2018 voor verdere behandeling, waarbij Achmea de gelegenheid krijgt om een inhoudelijke reactie te geven op het verweer van de appellanten.