ECLI:NL:GHARL:2018:9926
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Wijma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake verschoonbare termijnoverschrijding en administratieve sanctie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 13 september 2017 een beroep van de betrokkene tegen een inleidende beschikking ongegrond verklaarde. De inleidende beschikking was opgelegd wegens het niet afsluiten van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De betrokkene, die gedetineerd was, stelde dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het beroep verschoonbaar was, omdat de beschikking niet naar zijn detentieadres was verzonden. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de termijnoverschrijding inderdaad verschoonbaar was, aangezien de inleidende beschikking niet naar het juiste adres was gestuurd. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond. De sanctie van € 390,- werd uiteindelijk ongegrond verklaard, maar de verhogingen van de sancties werden ongedaan gemaakt. Het hof oordeelde dat er geen redenen waren om de hoogte van de sanctie te matigen, omdat de financiële situatie van de betrokkene niet voldoende was onderbouwd. De zaak werd gelijktijdig behandeld met andere samenhangende zaken.