Uitspraak
[betrokkene] B.V. (hierna te noemen: betrokkene),
Het tussenarrest
Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. [E] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 28 september 2016. De zaak betreft een beroep tegen een inleidende beschikking van de officier van justitie, waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de gemachtigde geen geldige machtiging heeft overgelegd. De pretense gemachtigde, [A], heeft slechts een onleesbare fax naar de CVOM gestuurd en geen leesbare machtiging per post overgelegd. Het hof oordeelt dat het verzuim om een deugdelijke machtiging te overleggen niet is hersteld en dat de leesbaarheid van de fax voor rekening komt van de pretense gemachtigde.
Het hof heeft eerder in een tussenarrest van 5 juli 2018 bepaald dat de zaak op een nader te bepalen zitting zou worden behandeld. Tijdens de zitting op 2 november 2018 was [A] niet verschenen, maar mr. [E] was aanwezig als gemachtigde van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat [A] niet als gemachtigde kon worden aangemerkt in de zin van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd, maar het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek tot vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat [A] niet als gemachtigde is erkend.
De uitspraak benadrukt het belang van een geldige machtiging in administratiefrechtelijke procedures en de verantwoordelijkheden van de gemachtigde in het proces.