Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant1] ,
[appellant2],
[appellant3],
[appellant4],
[appellant5],
[appellant6] ,
[appellant7],
[appellant8],
[appellante9],
[appellant10],
[appellant11],
[appellant12],
[appellant13A en B],
[appellant14],
[appellant15],
[appellante16] ,in de plaats van de overleden
[appellant16A] ,
[appellant17],
[appellant18],
[appellante19],
[appellant20],
[appellant21],
[appellant22],
[appellante23],
[appellant24],
[appellant25A en B],
[appellante26],
[appellant27],
[appellant28],
[appellant29],
[appellant30],
[appellant31A en B],
[appellant32],
[appellant33],
[appellant34],
[appellant35],
[appellant36],
[appellant37],
[appellant38],
[appellant39] ,
[appellant40],
[appellante41],
[appellant42],
[appellant43],
GEMEENTE LOSSER,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
€ 17.850 en maximaal € 39.550,80, afhankelijk van de grootte van het perceel.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van het hoger beroep
Samenvatting en beslissing
ten opzichte van de freeridersde bestemmingswijziging in wonen niet mocht weigeren, alleen maar omdat zij niet hadden meebetaald. Een verwijzing naar de economische haalbaarheid van de bestemmingsplanwijziging was niet voldoende reden voor die weigering volgens de Afdeling. De achtergrond van die overweging was dat de gemeente en de projectontwikkelaar hadden medegedeeld dat inmiddels de bestemmingswijziging wel economisch haalbaar was. De ontbrekende bijdragen van de freeriders stond aan de economische haalbaarheid niet in de weg. Het hof kan dat niet anders begrijpen dan dat de economische haalbaarheid gewaarborgd was doordat ongeveer 95% van de eigenaren van de 500 kavels bereid was om een bijdrage aan de projectontwikkelaar te betalen. De bijdragen van bewoners hebben de bestemmingswijziging dus mede mogelijk gemaakt en daarmee de economische haalbaarheid. De gemeente kon toen niet meer de bestemmingswijziging aan de freeriders weigeren door te stellen dat de bestemmingswijziging economisch niet haalbaar was. Planologische bezwaren tegen het toekennen van de woonbestemming aan de freeriders waren er verder niet.
jegens de bewonersniet onrechtmatig . Dat de gemeente dat beleid uiteindelijk (na de uitspraken van de Afdeling, de laatste in 2014) heeft moeten laten varen, is ook niet onrechtmatig tegenover de bewoners. Het eerdere besluit van de gemeente om aan de freeriders geen woonbestemming toe te kennen, is vanwege de vernietigde besluiten tegenover de freeriders onrechtmatig gebleken. Niet valt in te zien dat het ook onrechtmatig is tegenover de bewoners. Het enkele feit dat zij achteraf in een financieel slechtere positie zijn gekomen dan deze freeriders en dat zij dat als oneerlijk ervaren, is daartoe onvoldoende. De veronderstelling van de bewoners dat zij zich ook als freerider hadden kunnen opstellen, en dat de gemeente daarom verkeerd heeft voorgelicht, klopt niet. De bewoners hebben met hun bijdragen aan de projectontwikkelaar de bestemmingswijziging mogelijk gemaakt. Dat er een aantal bewoners is dat niet heeft betaald en daar toch van meeprofiteert, voelt voor de bewoners wellicht oneerlijk, maar maakt het handelen van de gemeente jegens hen niet onrechtmatig.