Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 19 april 2017 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren van haar voertuig op een groenstrook op 10 september 2015. De betrokkene betwistte de sanctie en stelde dat de gemeente op de hoogte was van het foutparkeren op die locatie, en dat er geen duidelijke signalering was om aan te geven dat parkeren daar niet was toegestaan. Ze voerde aan dat de situatie onduidelijk was en dat de gemeente had moeten zorgen voor een bord of fysieke barrière om het foutparkeren te voorkomen.
Het hof oordeelde dat, hoewel de gemeente bekend was met het foutparkeren, dit niet betekende dat er geen sanctie kon worden opgelegd. Het hof benadrukte dat het niet de taak van de gemeente is om het parkeren op groenstroken fysiek onmogelijk te maken. De betrokkene had ook aangevoerd dat ze dacht dat ze op een berm had geparkeerd, maar het hof concludeerde dat de locatie als een groenstrook moest worden aangemerkt. De beslissing van de kantonrechter werd bevestigd, waarbij het hof oordeelde dat de argumenten van de betrokkene niet opgingen en dat de beslissing van de kantonrechter voldoende gemotiveerd was.