Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
20 februari 2019
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort de waarde van een onroerende zaak heeft vastgesteld op € 339.000 voor het jaar 2015 en € 341.000 voor het jaar 2016. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardebepalingen, waarna de rechtbank de beroepen gegrond verklaarde en de waarde verlaagde tot € 312.000. De heffingsambtenaar heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Tijdens de zitting op 20 februari 2019 is de zaak behandeld door de derde meervoudige belastingkamer van het Hof. Het Hof heeft vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank niet is gedaan door de rechter die de zaak heeft behandeld, omdat de behandelende rechter, mr. P.M.J.H. Muijlaert, is gedefungeerd voordat de uitspraak werd gedaan. Dit leidt tot de conclusie dat de uitspraak van de rechtbank niet in stand kan blijven. Het Hof heeft de zaak teruggeworpen naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling, waarbij belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld om aanwezig te zijn. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en moet het griffierecht worden vergoed. De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken op 20 februari 2019.