Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot gezamenlijk gezag en omgang tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Neslo, verzocht om gezamenlijk gezag over zijn kind, geboren in 2013, en om een omgangsregeling. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Mulder, verzet zich hiertegen en heeft het ouderlijk gezag alleen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen communicatie of overleg tussen de ouders is en dat de vader in het verleden betrokken is geweest bij ernstige strafbare feiten, wat het vertrouwen van de moeder in hem ondermijnt. Het hof concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor gezamenlijk gezag, omdat dit in het belang van het kind noodzakelijk is. Ook de verzoeken van de vader om een omgangsregeling zijn afgewezen, omdat de veiligheid van het kind in het geding is en er geen zicht is op verbetering van de situatie. De vader heeft niet aangetoond dat hij zijn criminele verleden achter zich heeft gelaten en de moeder heeft geen vertrouwen in hem. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 18 april 2018, waarin de verzoeken van de vader zijn afgewezen.