ECLI:NL:GHARL:2019:2738

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
200.216.084
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Wijma
  • M. Wijmenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie voor niet stoppen voor rood licht

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 20 maart 2017 een administratieve sanctie van € 230,- had opgelegd aan de betrokkene voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht. De gedraging vond plaats op 16 juli 2016 om 01.55 uur op de Stadsring te Amersfoort. De betrokkene ontkent niet door rood te hebben gereden, maar stelt dat het verkeerslicht op de nachtstand stond en oranje knipperde. Hij beweert dat hij geen tijd had om te stoppen toen het licht op rood ging.

Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare bewijsstukken, waaronder foto's van de gedraging en een datalogboek van de verkeerslichtinstallatie. Uit deze gegevens blijkt dat het verkeerslicht vier seconden onafgebroken geel licht heeft uitgestraald voordat het op rood ging. Het hof concludeert dat de betrokkene niet voldoende heeft aangetoond dat hij niet tijdig kon stoppen en dat de verkeerslichtinstallatie correct functioneerde.

De betrokkene heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn beroep schriftelijk nader toe te lichten. Het hof oordeelt dat de kantonrechter de beslissing terecht ongegrond heeft verklaard en bevestigt deze beslissing. De hoofdregel blijft dat weggebruikers moeten stoppen voor een rood verkeerslicht, ongeacht de omstandigheden.

Uitspraak

WAHV 200.216.084
26 maart 2019
CJIB 199824157
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 20 maart 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”, welke gedraging zou zijn verricht op 16 juli 2016 om 01.55 uur op de Stadsring te Amersfoort met het voertuig met het kenteken [00-YYY-0] .
2. De betrokkene ontkent niet door rood te hebben gereden, maar voert aan dat de verkeerslichtinstallatie op de nachtstand stond en oranje (het hof begrijpt: geel) knipperde. Zo goed als tijdens het passeren ging het licht op rood en daardoor had de betrokkene geen tijd meer om te stoppen. Hij vond dit zo vreemd dat hij terug ging om te kijken en toen knipperde het gele licht weer. Bij de kantonrechter begreep de betrokkene dat het zou gaan om hulpdiensten die voorrang moesten krijgen. Er zijn echter nooit hulpdiensten ter plaatse geweest.
3. Gelet op de stukken in het dossier en in aanmerking genomen dat de betrokkene de gedraging niet ontkent, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Vervolgens dient het hof te beoordelen of er andere redenen zijn een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen.
4. In het dossier bevinden zich foto's van de gedraging. Op de databalk onder de foto's staat dat het verkeerslicht vier seconden geel licht heeft uitgestraald voordat het rood licht ging uitstralen. Verder bevindt zich in het dossier een overzicht dat door de officier van justitie ter zitting bij de kantonrechter is overgelegd, dat kennelijk betrekking heeft op het datalogboek van het betreffende verkeerslicht op 16 juli 2016. Daaruit blijkt dat de fase "alles geel tijdens inschakelen naar REG" is gestart om 01.55.19. De fase "alles rood tijdens inschakelen naar REG" is gestart om 01.55.25. De gedraging is blijkens de databalk onder de foto om 01.55.25 uur geconstateerd. Het hof leidt hieruit af dat de verkeersinstallatie van nachtstand is overgegaan naar de reguliere stand.
Voordat het verkeerslicht rood licht ging uitstralen, heeft het vier seconden onafgebroken geel licht uitgestraald. De stelling van de betrokkene dat het verkeerslicht van de knipperstand direct overging naar rood licht, wordt hiermee weersproken.
5. Hoewel het hof wel wil aannemen dat de betrokkene het verkeerslicht naderde op het moment dat het overschakelde van de nachtstand naar de reguliere stand, is dit geen aanleiding om de sanctie te matigen of achterwege te laten. Van iedere weggebruiker wordt verwacht dat zij te allen tijde oplettend zijn op de voor hen geldende verkeerstekens, waaronder verkeerslichten, en dat zij in staat zijn daarop tijdig te anticiperen. Dat betekent dat een weggebruiker er ook rekening mee moet houden dat een verkeersregelinstallatie in werking kan treden. Indien een driekleurig verkeerslicht geel licht uitstraalt, en zoals hiervoor weergegeven blijkt uit het dossier dat dat hier ook het geval was, houdt dit in beginsel in dat moet worden gestopt. Slechts indien men op dat moment het verkeerslicht zo dicht genaderd is dat stoppen niet meer mogelijk is, mag men doorrijden. Het is niet aannemelijk geworden dat de betrokkene niet meer tijdig kon stoppen voor het verkeerslicht.
6. Dat de betrokkene geen hulpdiensten heeft gezien, doet aan het voorgaande niet af. Wanneer het verkeerslicht rood licht uitstraalt, dienen weggebruikers daar gevolg aan te geven. De inzet van hulpdiensten was mogelijk de reden dat het verkeerslicht weer in gebruik werd genomen. Dat de reden voor het inwerking treden van de verkeerslichten wellicht onjuist of enkel uit voorzorg is geweest, maakt niet dat de hoofdregel dat gestopt moet worden voor een rood verkeerslicht, niet meer geldt.
7. Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter het beroep terecht ongegrond verklaard. Daarom zal het hof die beslissing bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Wijmenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.