ECLI:NL:GHARL:2019:2872

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 april 2019
Publicatiedatum
1 april 2019
Zaaknummer
WAHV 200.221.454
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Wijma
  • A. Veenstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 17 juli 2017. De zaak betreft een administratieve sanctie die aan de betrokkene is opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De betrokkene, die als kentekenhouder werd aangemerkt, ontkende niet de gemeten snelheid te hebben gereden, maar betwistte de ingestelde begintijd van de trajectcontrole. Hij stelde dat hij voor 06:00 uur op de pleegplaats was en dat er voor die tijd een hogere maximumsnelheid gold. De betrokkene voerde aan dat de tijdmeting mogelijk niet juist was, maar het hof oordeelde dat de gegevens waarop de sanctie was gebaseerd, voldoende betrouwbaar waren. De advocaat-generaal had gereageerd op de argumenten van de betrokkene en bevestigd dat de tijd van de trajectsnelheidsmeter gesynchroniseerd was met de atoomtijdserver, waardoor de werkelijke tijd in Nederland werd gehanteerd. Het hof concludeerde dat de gedraging was verricht en dat de sanctie terecht was opgelegd. De betrokkene's argumenten over de nalatigheid van het openbaar ministerie werden verworpen. Uiteindelijk bevestigde het hof de beslissing van de kantonrechter.

Uitspraak

WAHV 200.221.454
1 april 2019
CJIB 197544670
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag
van 17 juli 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft daarop gereageerd.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 143,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 18 km/h (verkeersbord A1)”, welke gedraging zou zijn verricht op 23 april 2016 om 06:09 uur op de A4 links (trajectcontrole) te Leidschendam met het voertuig met het kenteken [YY-000-Y] .
2. De betrokkene ontkent niet de gemeten snelheid te hebben gereden, maar stelt zich op het standpunt dat hij voor 06:00 uur op de pleegplaats en pleegdatum betreffende snelheid heeft gereden. Voor 06:00 uur gold een hogere maximumsnelheid, namelijk 130 km/h. De betrokkene maakt geen bezwaar tegen de tijdmeting, maar tegen de ingestelde begintijd van de trajectcontrole. Een ieder zijn horloge kan anders lopen, dus kan de monteur een verkeerde tijd hebben ingesteld.
3. Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (hierna: Wahv) een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
"De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting geteste, geijkte en op voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter op basis van factoren tijd en afstand.
Gemeten (afgelezen) snelheid: 122 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 118 km per uur.
Toegestane snelheid: 100 km per uur.
Overschrijding met: 18 km per uur. "
5. Het verweer van de betrokkene dat de ingestelde begintijd van de trajectcontrole (wellicht) niet juist is, faalt. In reactie op de nadere toelichting van de betrokkene geeft de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal aan contact te hebben gehad met [B] , technisch adviseur verkeershandhavingsmiddelen. [B] heeft aangegeven dat een trajectsnelheidsmeter uit twee portalen bestaat met beiden een eigen klok. De tijd van iedere klok wordt gesynchroniseerd met de atoomtijdserver om de werkelijke wettelijke tijd te hanteren. De synchronisatie verloopt via de NTP-server (netwerktijdprotocol) en deze is weer gesynchroniseerd met de atoomklok. De klokken in de portalen van de trajectsnelheidsmeter, en daarmee de begin- en eindtijd van de trajectcontrole, lopen hiermee gelijk met de huidige tijd in Nederland. Hiermee is voldoende komen vast te staan dat het pleegtijdstip zoals weergegeven in het zaakoverzicht het werkelijke pleegtijdstip betreft.
6. Gelet op de stukken in het dossier en in aanmerking genomen dat de betrokkene niet ontkent met de gemeten snelheid te hebben gereden, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
7. De betrokkene voert nog aan dat het tot op heden niet op de site plaatsen van het juiste ijkingsrapport getuigt van zware nalatigheid dan wel laksheid van het openbaar ministerie. Het hof merkt op dat dit echter geen reden is om de sanctie achterwege te laten dan wel te matigen.
8. Ten aanzien van de uitspraaktermijn van de kantonrechter verwijst het hof naar artikel 13, tweede lid van de Wahv waarin staat dat de kantonrechter uiterlijk veertien dagen na de zitting uitspraak doet.
9.
Alles overwegende zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Veenstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.