In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Aegean Airlines S.A. tegen de beslissing van de kantonrechter, die de vorderingen van passagiers die een vlucht hadden geboekt via Hellas Travel B.V. heeft toegewezen. De passagiers vorderden compensatie na annulering van hun vlucht naar Griekenland. Aegean weigerde compensatie, stellende dat er geen contractuele relatie bestond tussen hen en de passagiers, omdat Hellas niet bevoegd was om de vluchten te verkopen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de passagiers, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, toegewezen. Aegean heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof overweegt dat op grond van de Uitvoeringswet er geen hoger beroep openstaat tegen de beslissingen van de kantonrechter in dergelijke zaken. Het hof concludeert dat Aegean niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat de ratio van het appelverbod is dat het financiële belang niet opweegt tegen de kosten en tijd van de procedure. Het hof wijst erop dat de mogelijkheid van cassatie voldoende waarborgen biedt voor de passagiers. De kosten van het hoger beroep worden aan Aegean opgelegd, en de uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.