ECLI:NL:GHARL:2019:3509
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Wijma
- M. Arends
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van administratieve sanctie wegens onvoldoende bewijs van juiste bebording en maximumsnelheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2017. De zaak betreft een administratieve sanctie die aan de betrokkene was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op een provinciale weg. De betrokkene betwistte de aanwezigheid van de juiste bebording die de maximumsnelheid van 50 km/h aangaf, wat cruciaal was voor de vaststelling van de gedraging. Het hof oordeelde dat het openbaar ministerie niet voldoende bewijs had geleverd om de aanwezigheid van de bebording te onderbouwen. Hierdoor was niet met voldoende zekerheid vastgesteld dat de maximumsnelheid ten tijde van de gedraging correct was aangegeven.
Het hof vernietigde de sanctiebeschikking en verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat door de betrokkene ter zekerheid was gesteld, aan hem moest worden gerestitueerd. De proceskosten werden vergoed, en het hof kende drie punten toe voor de ingediende beroepschriften, met een totale vergoeding van € 768,- aan de advocaat-generaal. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij administratieve sancties en de rol van de bebording in verkeershandhaving.