ECLI:NL:GHARL:2019:3922

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 mei 2019
Publicatiedatum
7 mei 2019
Zaaknummer
WAHV 200.213.788
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Wijma
  • mr. De Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de gemachtigde in hoger beroep aangevoerd dat de kantonrechter geen beslissing heeft genomen over de proceskostenvergoeding. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 7 mei 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op WAHV 200.213.788. De kantonrechter had eerder het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat er niet tijdig beroep was ingesteld. De gemachtigde van de betrokkene heeft in hoger beroep geklaagd over het ontbreken van een beslissing op het verzoek om proceskostenvergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter inderdaad geen beslissing heeft genomen over de proceskostenvergoeding, maar omdat de inleidende beschikking niet is vernietigd, kan de vraag of de kantonrechter een vergoeding had moeten toekennen in het midden blijven. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd, met verbetering van gronden, en het verzoek om kosten afgewezen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

WAHV 200.213.788
7 mei 2019
CJIB 193362318
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant
van 24 januari 2017
betreffende
[betrokkene] BV (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [A] ,
voor wie als gemachtigde optreedt [B] ,
kantoorhoudende te [C] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. De kantonrechter heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat daartegen niet tijdig beroep is ingesteld.
2. De gemachtigde van de betrokkene klaagt dat de kantonrechter geen beslissing heeft genomen over de verzochte proceskostenvergoeding.
3. Met de gemachtigde moet worden vastgesteld dat de kantonrechter niet heeft beslist op het verzoek om een proceskostenvergoeding. Nu de kantonrechter de inleidende beschikking niet heeft vernietigd, kan de vraag of de kantonrechter de gemachtigde een proceskostenvergoeding had moeten toekennen echter in het midden blijven (vgl. het arrest van het hof van 1 mei 2019, gepubliceerd op rechtspraak.nl met vindplaats ECLI:NL:GHARL:2019:3197). Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen met verbetering van gronden en het verzoek om een proceskostenvergoeding in hoger beroep afwijzen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter, met verbetering van gronden;
wijst het verzoek om vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. De Jong als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.