Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
voorheen gemeente het Bildt,thans
gemeente
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende [X] [Z] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 november 2017, waarin het verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling werd afgewezen. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 8 te [Z] vastgesteld op € 173.000 per waardepeildatum 1 januari 2015. Belanghebbende verzocht om uitstel van de zitting vanwege gezondheidsklachten, maar heeft geen doktersverklaring overgelegd. Het Hof oordeelt dat de rechtbank terecht het verzoek om uitstel heeft afgewezen, omdat het belang van een doelmatige procesgang zwaarder weegt dan het persoonlijke belang van belanghebbende om aanwezig te zijn. Het Hof bevestigt de vastgestelde WOZ-waarde, omdat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De vergelijkingsobjecten die zijn gebruikt in de waardebepaling zijn voldoende vergelijkbaar en er is rekening gehouden met relevante verschillen. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.