Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 12 juli 2018 een beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 95,- opgelegd gekregen voor het afslaan zonder richting aan te geven op 28 februari 2018. Hij voerde aan dat de zekering van zijn richtingaanwijzer kapot was, waardoor hij geen richting kon aangeven. De betrokkene stelde dat hij, indien hij was staandegehouden, de zekering ter plekke had kunnen vervangen. Hij vroeg om matiging van de sanctie of omgezet te worden naar een taakstraf.
Het hof oordeelt dat de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie heeft vernietigd, maar in het dictum een kennelijke fout heeft gemaakt door te stellen dat het beroep ongegrond was. Het hof herstelt deze fout en concludeert dat de betrokkene niet anders kon handelen dan hij deed, gezien de omstandigheden. Het hof oordeelt dat er geen reële mogelijkheid was om het defect onmiddellijk te herstellen en dat het beroep op overmacht slaagt. Daarom is het niet billijk om een sanctie op te leggen.
Het gerechtshof vernietigt de beslissing van de kantonrechter, verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de officier van justitie. Tevens wordt bepaald dat de betrokkene het bedrag dat hij ter zekerheid heeft gesteld, terugkrijgt.