Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 2 oktober 2018. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter, die zijn beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond had verklaard. De betrokkene, een kleine zelfstandige die bloemen bezorgt, had een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd gekregen wegens het negeren van een stopverbod op de Overschiestraat te Amsterdam op 14 mei 2018. Hij stelde dat hij door wegwerkzaamheden zijn gebruikelijke parkeerplaats niet kon bereiken en dat hij in overmacht handelde door zijn bus voor de hoofdingang van het pand van zijn klant stil te zetten.
Het hof heeft de argumenten van de betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat zijn belang om bloemen te bezorgen niet van zodanig gewicht was dat dit het negeren van het stopverbod rechtvaardigde. Het hof oordeelde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat hij een verzoek tot aanhouding had gedaan in verband met ziekte, en dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de gedraging niet was verricht onder omstandigheden die het opleggen van een sanctie niet rechtvaardigen. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en legde de sanctie van € 95,- handhaving.
De uitspraak benadrukt het belang van proportionaliteit en subsidiariteit bij het beroep op overmacht in verkeerssituaties. Het hof concludeerde dat de betrokkene niet had voldaan aan de eisen voor een geslaagd beroep op overmacht, en dat de beslissing van de kantonrechter terecht was.