ECLI:NL:GHARL:2019:4759
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering van de curator op de bestuurder van een failliete vennootschap met betrekking tot rekening-courantvordering en dividenduitkering
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een vordering van de curator van Gevi International B.V., die op 2 juni 2014 failliet werd verklaard, tegen [appellant], de bestuurder en enig aandeelhouder van de failliete vennootschap. De curator vordert betaling van een rekening-courantvordering van € 501.212, dividendbelasting van € 55.000 en een saldo van € 127.301 op de rekening van [appellant]. De rechtbank Gelderland heeft in eerste aanleg de vordering van de curator gedeeltelijk toegewezen, maar [appellant] heeft in hoger beroep bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn tegenvorderingen en de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze in de eerdere vonnissen zijn beschreven en heeft de grieven van [appellant] beoordeeld. Het hof oordeelt dat de curator terecht de rekening-courantvordering en het saldo op de rekening van [appellant] heeft gevorderd, en dat de rechtbank de vordering tot betaling van de dividendbelasting terecht heeft afgewezen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de curator recht heeft op terugbetaling van de dividendbelasting, omdat de besluiten tot dividenduitkering nietig zijn verklaard. Het hof heeft de vordering van de curator tot betaling van € 55.000, vermeerderd met rente, toegewezen en de kosten van de procedure aan [appellant] opgelegd.
De uitspraak van het hof bevestigt de noodzaak voor bestuurders om zorgvuldig om te gaan met financiële beslissingen en de gevolgen van dividenduitkeringen, vooral in het geval van een faillissement. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de vordering van de curator toegewezen, met inachtneming van de gemaakte proceskosten.