In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 4 oktober 2017. De betrokkene, die als kentekenhouder was aangemerkt, had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, specifiek bord C6, op 4 juni 2016. De betrokkene stelde dat de borden ter plaatse geen verbod voor dieselauto's aangaven, wat hij onderbouwde met foto's van zijn mobiele telefoon. Het hof oordeelde dat de bewijsvoering van de ambtenaar onvoldoende was om vast te stellen dat de betrokkene de gedraging had verricht. De ambtenaar had verklaard dat de overtreding geautomatiseerd was vastgesteld, maar het hof concludeerde dat de relevante aanduiding voor dieselauto's op het bord ontbrak. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de betrokkene de overtreding had begaan. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd een proceskostenvergoeding van € 8,46 toegekend voor de reiskosten van de betrokkene, terwijl andere verzoeken om proceskostenvergoeding werden afgewezen.