ECLI:NL:GHARL:2019:5397
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Pranger
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van snelheidsovertredingen en sanctieoplegging in het kader van voortgezette handelingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 18 september 2017. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 93,- die aan de betrokkene is opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 11 km/h, gepleegd op 4 oktober 2016 om 13:19 uur op de Veluwedreef te Almere. De betrokkene heeft twee beschikkingen ontvangen voor snelheidsovertredingen die kort na elkaar zijn begaan. De gemachtigde van de betrokkene betwist de sanctie en stelt dat er sprake is van een voortgezette handeling, waarvoor niet tweemaal een sanctie kan worden opgelegd.
Het hof heeft vastgesteld dat de gedragingen zijn verricht en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om de sanctie te matigen of achterwege te laten. De betrokkene heeft tussen de twee snelheidsmetingen voldoende gelegenheid gehad om zijn snelheid aan te passen. Het hof oordeelt dat de gedragingen als afzonderlijke overtredingen moeten worden aangemerkt, ondanks het korte tijdsinterval tussen de metingen. De beslissing van de kantonrechter wordt dan ook bevestigd.
Het hof concludeert dat de opgelegde sanctie terecht is en dat er geen gronden zijn voor een andere beslissing. De uitspraak bevestigt de noodzaak van sancties bij verkeersdelicten, ook wanneer deze dicht op elkaar plaatsvinden.