ECLI:NL:GHARL:2019:5507

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
3 juli 2019
Zaaknummer
WAHV 200.204.118
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Schuijlenburg
  • A. Werdmüller von Elgg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen; uitzondering voor taxi's en definitie van taxi

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, die op 25 mei 2016 een administratieve sanctie van € 90,- had opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen. De betrokkene had op 18 september 2014 om 15.51 uur op de Visstraat te 's-Hertogenbosch met zijn motorfiets het bord C12 gepasseerd, dat een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen aangaf. De kantonrechter had de pleegplaats gewijzigd naar de Orthenstraat en het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard.

De betrokkene stelde in hoger beroep dat hij de motorfiets gebruikte als taxi, waardoor hij onder de uitzondering viel die op het onderbord was vermeld. De kantonrechter oordeelde echter dat de betrokkene niet voldoende had onderbouwd dat zijn motorfiets als taxi kon worden aangemerkt. In het hoger beroep werd aangevoerd dat er voor motorfietsen geen taxikeuring bestaat en dat de motorfiets alleen voor contractvervoer wordt gebruikt, waardoor een taximeter niet noodzakelijk is. Het hof oordeelde dat de betrokkene niet had aangetoond dat de uitzondering voor taxi's van toepassing was.

Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en oordeelde dat de Wegenverkeerswet 1994 en het daarop gebaseerde Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 geen definitie van het begrip 'taxi' geven, maar dat de Wet personenvervoer 2000 regels omtrent taxivervoer bevat. Aangezien de motorfiets van de betrokkene niet als taxi kon worden aangemerkt, was de uitzondering niet van toepassing. De beslissing van de kantonrechter werd derhalve bevestigd.

Uitspraak

WAHV 200.204.118
3 juli 2019
CJIB 184852296
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant
van 25 mei 2016
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft de pleegplaats gewijzigd in de Orthenstraat en voor het overige het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “rijden in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: het bord C12/20”, welke gedraging zou zijn verricht op 18 september 2014 om 15.51 uur op de Visstraat te 's-Hertogenbosch met het voertuig met het kenteken [YY-00-YY] . De kantonrechter heeft bij beslissing van 25 mei 2016 de pleegplaats gewijzigd in de Orthenstraat.
2. Door de betrokkene wordt niet betwist dat hij in de Orthenstraat op zijn motorfiets het bord C12 passeerde. Hij stelt echter niet in overtreding te zijn omdat hij de motorfiets gebruikte als taxi, waardoor hij onder de uitzondering valt zoals is vermeld op het onderbord. De kantonrechter heeft overwogen dat de betrokkene slechts heeft gesteld dat het voertuig wordt gebruikt als taxi, maar dat een nadere onderbouwing ontbreekt. De betrokkene voert in zijn hoger beroepschrift aan dat, anders dan door de verbalisant in het aanvullend proces-verbaal wordt gesteld, er voor motorfietsen geen taxikeuring bestaat. Hierdoor is het bij een motorfiets niet mogelijk om blauwe kentekenplaten te voeren. Voorts stelt hij dat de motorfiets alleen wordt ingezet voor contractvervoer, zodat een taximeter niet noodzakelijk is. Verdere uiterlijke kenmerken zijn voor een taxi niet verplicht, aldus de betrokkene.
3. De onderhavige gedraging betreft een overtreding van artikel 62 jo. bord C12 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990). Op grond van dit artikel zijn weggebruikers verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Bord C12 houdt een geslotenverklaring in voor alle motorvoertuigen.
4. In het dossier bevindt zich een afdruk van een foto van de situatie ter plaatse. Hieruit blijkt dat de Orthenstraat gesloten is verklaard voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen en motorfietsen. Ook is zichtbaar dat er een onderbord is geplaatst, maar door de kwaliteit van de afdruk is de tekst op dit onderbord niet leesbaar. Uit het dossier leidt het hof echter af dat op het onderbord is vermeld: 'uitgezonderd bestemmingsverkeer en taxi'.
5. Het dossier bevat voorts een aanvullend proces-verbaal van 30 december 2014, waarin de verbalisant onder meer het volgende verklaart:
"Ter hoogte van de kruising Brede Haven / Visstraat heb ik, verbalisant, bestuurder van bovengenoemde motorfiets staande gehouden en heb de overtreding die hij hiervoor begaan had voorgelegd. Meneer gaf aan bezig te zijn met zijn taxiwerkzaamheden en toonde mij hierop zijn taxipas. Echter leek mij dit heel onwaarschijnlijk omdat meneer zich op een motorfiets bevond. Tevens had het voertuig geen blauwe kentekenplaten, geen taximeter etc. Ook is in het register van het RDW niet aangegeven dat het om een taxivoertuig gaat en zoals in bijlage 3 zichtbaar is heeft een taxivoertuig een keuringsbewijs van het RDW nodig."
6. Het hof ziet in hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te oordelen dat de sanctie ten onrechte aan de betrokkene is opgelegd. Het ligt op de weg van de betrokkene om aannemelijk te maken dat de uitzondering voor "taxi" in zijn situatie van toepassing is. Daarin is hij niet geslaagd. De Wegenverkeerswet 1994 en het daarop gebaseerde RVV 1990 geven geen definitie van het begrip "taxi" maar wel geeft de Wet personenvervoer 2000 regels omtrent, onder meer, taxivervoer. Ingevolge artikel 1 van deze wet wordt onder taxivervoer verstaan: personenvervoer per auto tegen betaling, niet zijnde openbaar vervoer. Onder auto wordt verstaan: een personenauto op tenminste vier wielen, zoals nader omschreven bij ministeriële regeling, ingericht voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Deze definities lenen zich, in het bijzonder met het oog op de handhaafbaarheid van bepalingen als hier aan de orde, voor toepassing in een situatie als deze. Nu de motorfiets van de betrokkene aldus niet als taxi kan worden aangemerkt is de uitzondering niet van toepassing.
7. Voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg in tegenwoordigheid van mr. Werdmüller von Elgg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.