Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 22 december 2016. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 90,- die aan de betrokkene was opgelegd wegens het gebruik van een weg in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen (bord C12) op 4 oktober 2015. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding.
Het hof heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de betrokkene ten onrechte niet door de officier van justitie is gehoord. Het hof oordeelt dat de kantonrechter dit heeft miskend en vernietigt daarom de beslissing van de kantonrechter. De sanctie is opgelegd door een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) die volgens de gemachtigde niet bevoegd was om deze overtreding te sanctioneren, omdat hij was ingedeeld in het domein Milieu, welzijn en infrastructuur. Het hof oordeelt dat de boa wel degelijk bevoegd was om te handhaven op C-borden, mits dit in relatie tot de openbare orde gebeurt.
Het hof concludeert echter dat in de onderliggende besluitvorming enkel het belang van verkeersveiligheid is genoemd en er geen verband is aangetoond met de openbare orde. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de boa bevoegd was om handhavend op te treden. Het hof vernietigt de inleidende beschikking en kent de proceskosten toe aan de betrokkene, tot een bedrag van € 256,-. De beslissing van de kantonrechter wordt vernietigd, het beroep wordt gegrond verklaard, en de sanctie wordt vernietigd.