Uitspraak
kantoorhoudende te [D] .
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
5 december 2017 om 14:02 uur op de Oude Haven te Tiel met het voertuig met het kenteken [00-YYY-0] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 26 oktober 2018 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod op 5 december 2017. De gemachtigde van de betrokkene betwistte de bevoegdheid van de ambtenaar die de sanctie had opgelegd, omdat deze in dienst was van Afvalverwijdering Rivierenland (Avri). Het hof oordeelt dat Avri voldoet aan de voorwaarden van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar, waardoor de ambtenaar bevoegd was om de sanctie op te leggen.
Daarnaast werd aangevoerd dat de inleidende beschikking in strijd was met artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), omdat er geen verwijzing naar de disculpatiegronden in artikel 8 Wahv was opgenomen. Het hof constateert dat deze schending inderdaad heeft plaatsgevonden, maar oordeelt dat de sanctie desondanks in stand kan blijven op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat niet is aangetoond dat de betrokkene in zijn verdedigingsbelangen is geschaad. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.