Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
Verklaring betrokkene : Ik had niet in de gaten dat ik te hard reed."
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 23 maart 2017 een beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie had behandeld. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter, die de beslissing van de officier van justitie had vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond had verklaard. De betrokkene was beboet voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 28 km/u, wat op 27 mei 2016 om 19:31 uur zou zijn gebeurd op de Rijksweg A2 te Nieuwegein.
De betrokkene voerde aan dat het kort op de bumper van het gemeten voertuig zitten een opdrijvend effect had op de meting en dat er geen dubbele correctie op het meetresultaat was uitgevoerd. Het hof oordeelde echter dat er geen gevaarlijke situatie was gecreëerd door de agenten en dat de betrokkene verantwoordelijk was voor het naleven van de snelheidslimiet. Het hof bevestigde dat de meting was uitgevoerd met een mobiele trajectsnelheidsmeter, waarvoor enkelvoudige correctie volstond. De argumenten van de gemachtigde werden verworpen, en het hof concludeerde dat de sanctie terecht was opgelegd.
Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, aangezien de inleidende beschikking niet werd vernietigd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van weggebruikers om zich aan de snelheidslimieten te houden, ongeacht de omstandigheden.