Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, die op 8 november 2017 een beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie gegrond verklaarde. De betrokkene, die als marechaussee werkzaam is, had een sanctie van € 230,- opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden op 5 oktober 2016. De betrokkene betwistte de gedraging en stelde dat hij een iPod vasthield, niet een mobiele telefoon. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de verbalisant zich had vergist en dat er onvoldoende bewijs was dat het daadwerkelijk om een mobiele telefoon ging.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de verklaring van de verbalisant geloofwaardig was. De betrokkene had niet tijdig de verbalisant op de vergissing gewezen, waardoor de ambtenaar niet in staat was om de situatie ter plaatse te verifiëren. Het hof oordeelde dat de sanctie terecht was opgelegd, omdat er geen aanleiding was om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter had de beslissing van de officier van justitie vernietigd, maar het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.
De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering in administratieve sanctiezaken en de rol van de betrokkene in het aanvoeren van tegenargumenten. Het hof concludeerde dat er geen reden was om de beslissing van de kantonrechter te herzien en dat de opgelegde sanctie terecht was.