Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, die op 21 september 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene had bezwaar gemaakt tegen een administratieve sanctie van € 178,- die was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op de Provinciale weg N332 te Nieuw Heeten. De betrokkene, die de kentekenhouder was, voerde aan dat er sprake was van een procedurefout in de beslissing van de kantonrechter, omdat de pleeglocatie onjuist was vermeld. Het hof oordeelde dat deze onjuiste vermelding als een kennelijke verschrijving moest worden beschouwd en dat de betrokkene hierdoor niet in zijn belangen was geschaad.
De betrokkene voerde verder aan dat de omstandigheden waaronder de overtreding was begaan, aanleiding moesten geven tot vernietiging van de inleidende beschikking. Hij stelde dat hij zijn zoon naar school moest brengen en dat hij achter een stinkende mesttransportwagen reed, wat hem deed besluiten om in te halen. Het hof oordeelde echter dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een noodtoestand die hem dwong om de maximumsnelheid te overschrijden. Bovendien werd opgemerkt dat de betrokkene meer afstand had kunnen houden tot het vrachtvoertuig.
Het hof concludeerde dat de kantonrechter terecht het beroep ongegrond had verklaard en bevestigde de beslissing. De betrokkene was als kentekenhouder aansprakelijk voor de betaling van de sanctie en het hof oordeelde dat de hoogte van de sanctie geen bijzondere omstandigheid vormde die aanleiding gaf tot matiging.