ECLI:NL:GHARL:2019:6642

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 augustus 2019
Publicatiedatum
16 augustus 2019
Zaaknummer
WAHV 200.216.728
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. De Witt
  • mr. Smeitink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de sanctie opgelegd voor het overschrijden van een doorgetrokken streep door een buschauffeur

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 21 april 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, een buschauffeur, had een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van een doorgetrokken streep op 19 maart 2016. De betrokkene erkent de overtreding, maar verzoekt om matiging van de sanctie, omdat hij meent dat de omstandigheden waaronder de overtreding plaatsvond, bijzonder waren. Hij was op dat moment met een lege bus onderweg en had te maken met een langzaam rijdende auto voor hem, wat hem zou hebben gedwongen om de doorgetrokken streep te overschrijden om in te halen.

Het hof beoordeelt of er redenen zijn om de sanctie te matigen of achterwege te laten. Het hof stelt vast dat de gedraging is verricht en dat de hoogte van de sanctie is vastgesteld in de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Het hof concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de vastgestelde tarieven af te wijken. De betrokkene heeft niet aangetoond dat er sprake was van een noodtoestand die het overschrijden van de streep zou rechtvaardigen.

Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en oordeelt dat de opgelegde sanctie terecht is. De betrokkene kan niet worden vrijgesteld van de sanctie, ook niet omdat hij niet eerder beboet is. De beslissing van de kantonrechter wordt dan ook bevestigd.

Uitspraak

WAHV 200.216.728
14 augustus 2019
CJIB 197327850
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland
van 21 april 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd ter zake van “als bestuurder de doorgetrokken streep overschrijden (verkeer in beide richtingen).” Deze gedraging zou zijn verricht op 19 maart 2016 om 23:31 uur op de Provincialeweg N242 te Nieuwe Niedorp met het voertuig met het kenteken [00-YYY-0] .
2. De betrokkene erkent dat hij voormelde gedraging heeft verricht en verzoekt om matiging van de sanctie omdat het bedrag ervan buitenproportioneel is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging is verricht. De betrokkene is buschauffeur, rijdt enkele keren per week het traject Alkmaar - Leeuwarden en is er zeer goed bekend. Hij reed nu met een lege bus terug naar Leeuwarden. Vanaf Alkmaar reed er een auto met buitenlands kenteken voor hem met daarin vier jonge knapen. Al op het 80 km traject zakte de snelheid van deze auto regelmatig terug richting 50 km per uur om dan langzaam op te lopen tot 60, 70 en weer terug naar 50 km per uur. Helaas veranderde dat niet op het 100 km traject. Het verschil tussen de toegestane snelheid en de gereden snelheid was zo groot, dat gezegd kan worden dat de bestuurder van deze auto gevaarlijk weggedrag vertoonde. In populaire programma's op tv zie je dan wel dat zo'n bestuurder op de auto(snel)weg door de politie aan de kant wordt zet voor een praatje. Het is niet zo dat de betrokkene lak heeft aan de dubbele doorgetrokken streep. Pas na kilometers achter de auto te hebben gereden, zich ook wel eens te hebben laten terugzakken, en tevergeefs hopende dat de bestuurder 'wakker' zou worden en tenminste 80 km per uur zou gaan rijden, is hij met bezwaard gemoed de doorgetrokken streep overschreden om in te halen. Gevaar of hinder heeft hij daarbij niet veroorzaakt. Er waren geen andere voertuigen op de weg en zijwegen zijn er ook niet. Hij is ook niet eerder beboet. De agenten vertelden hem na staandehouding dat zij, toen zij hem vanaf grote afstand de voorligger zagen passeren, al hadden besloten dat hij zondermeer op de bon gaat. Hij heeft een prima gesprek gehad met de agenten, maar zij konden op dat moment niet weten wat zich honderden meters voor hen afspeelde. Hij heeft meerdere malen geprobeerd de situatie uit te leggen, maar wat hij ook zou aanvoeren, het zou hen niet van hun standpunt kunnen afbrengen. Hij vindt dit jammer, onterecht en voelt zich er bijzonder zwaar door benadeeld, alsof hij niet in de gelegenheid is gesteld om te verklaren over het gebeurde terwijl hij meent een recht van verklaren te hebben. Ze hadden het ook bij een waarschuwing kunnen en zijns inziens moeten laten. Ook de officier van justitie en de kantonrechter hebben onvoldoende oog gehad voor de bijzondere omstandigheden waaronder de gedraging is verricht.
3. Vaststaat dat de gedraging is verricht. Gelet op het verweer van de betrokkene, dient het hof te beoordelen of er redenen zijn om in dit geval een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen (vgl. artikel 9, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)).
4. Op grond van artikel 2, derde lid, van de Wahv is de hoogte van de sanctie voor elke gedraging vastgesteld in de bij de wet behorende bijlage. Deze in hoge mate tariefsmatige afdoening van gedragingen brengt mee dat de omstandigheden van het concrete geval niet licht van invloed zullen zijn op de hoogte van de opgelegde sanctie. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven om van de vastgestelde tarieven af te wijken.
5. Er is in het onderhavige geval geen sprake van bijzondere omstandigheden als vorenbedoeld, hoe vervelend het rijgedrag van de bestuurder van de voorligger voor de betrokkene wellicht ook was. Niet aannemelijk is geworden dat sprake was van een zodanig gevaarlijke situatie, dat gesproken zou kunnen worden van een noodtoestand die het overschrijden van de doorgetrokken streep zou kunnen rechtvaardigen. Overigens, indien deze autobestuurder gevaarlijk rijgedrag zou hebben vertoond, dan zou het de betrokkene zijn toegestaan om ter afwending van dreigend gevaar geluids- of lichtsignalen te geven.
6. De onder 1 genoemde gedraging betreft een overtreding van artikel 76, eerste lid, van het Reglement verkeersregel en verkeerstekens 1990. De enkele overtreding van deze bepaling brengt al mee dat een sanctie kan worden opgelegd. De wetgever heeft de mogelijkheid tot het opleggen van een sanctie voor het overschrijden van een doorgetrokken streep niet afhankelijk gesteld van de vraag of zich daarbij gevaar of hinder heeft voorgedaan.
7. Verbalisanten beschikken over een discretionaire bevoegdheid op grond waarvan zij een zekere vrijheid hebben om te bepalen of zij in een concreet geval al dan niet een sanctie opleggen. Wordt een sanctie opgelegd, dan hebben zij niet de keuze om het bedrag daarvan naar eigen inzicht vast te stellen. In het zaakoverzicht is als verklaring van de ambtenaar die de sanctie heeft opgelegd genoteerd dat er geen gevaar of hinder is veroorzaakt. Hetgeen onder 6 is overwogen brengt mee dat hij ook in dit geval een sanctie kon opleggen.
8. Het is het hof niet helemaal duidelijk hoe het contact na de staandehouding is verlopen. De betrokken stelt enerzijds in zijn administratief beroepschrift dat hij een prima gesprek met de agenten heeft gehad en anderzijds dat hij meerdere malen heeft geprobeerd de situatie uit te leggen en het gevoel heeft niet in de gelegenheid te zijn gesteld om te verklaren over het gebeurde. In het zaakoverzicht is als verklaring van de betrokkene genoteerd dat hij geen verklaring wenste af te leggen. Het hof ziet evenwel geen aanleiding voor nader onderzoek. Immers ook als de betrokkene zijn hiervoor onder 2 weergegeven betoog aan de agenten had kunnen vertellen, had dit gelet op de discretionaire bevoegdheid van de verbalisant er niet toe hoeven leiden dat het bij een waarschuwing bleef.
9. Ook de omstandigheid dat de betrokkene niet eerder zou zijn beboet, vormt geen aanleiding om een sanctie achterwege te laten of om het bedrag van de sanctie te matigen.
10. Gelet op het hetgeen hiervoor is overwogen, is terecht een sanctie opgelegd en is van feiten of omstandigheden die vernietiging of matiging van de sanctie rechtvaardigen, niet gebleken. De beslissing van de kantonrechter zal dan ook worden bevestigd.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Smeitink als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.