Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 21 april 2017 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, een buschauffeur, had een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van een doorgetrokken streep op 19 maart 2016. De betrokkene erkent de overtreding, maar verzoekt om matiging van de sanctie, omdat hij meent dat de omstandigheden waaronder de overtreding plaatsvond, bijzonder waren. Hij was op dat moment met een lege bus onderweg en had te maken met een langzaam rijdende auto voor hem, wat hem zou hebben gedwongen om de doorgetrokken streep te overschrijden om in te halen.
Het hof beoordeelt of er redenen zijn om de sanctie te matigen of achterwege te laten. Het hof stelt vast dat de gedraging is verricht en dat de hoogte van de sanctie is vastgesteld in de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Het hof concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de vastgestelde tarieven af te wijken. De betrokkene heeft niet aangetoond dat er sprake was van een noodtoestand die het overschrijden van de streep zou rechtvaardigen.
Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en oordeelt dat de opgelegde sanctie terecht is. De betrokkene kan niet worden vrijgesteld van de sanctie, ook niet omdat hij niet eerder beboet is. De beslissing van de kantonrechter wordt dan ook bevestigd.