In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 september 2019 een tussenbeschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1]. De ouders, de moeder en de vader, zijn in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die op 20 juni 2019 een machtiging tot uithuisplaatsing had verleend. De raad voor de kinderbescherming heeft de ouders in deze procedure als verweerder aangemerkt. De zaak is ontstaan naar aanleiding van ernstige zorgen over de veiligheid van [de minderjarige1] in de thuissituatie, die onder andere zijn geuit door het Jugendamt in Duitsland. Dit bureau heeft melding gemaakt van huiselijk geweld tussen de ouders, kindermishandeling door de vader en een dreigende ontvoering van het kind. De ouders ontkennen deze beschuldigingen en hebben zich voor de bevalling naar Nederland verplaatst.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gronden voor de uithuisplaatsing ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en nog steeds zijn. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over [de minderjarige1], die als baby zeer kwetsbaar is en afhankelijk van haar opvoeders. Het hof heeft de zorgen van het Jugendamt en de verklaringen van de betrokkenen in de procedure meegewogen. De ouders hebben tijdens de mondelinge behandeling hun ontkenning van de beschuldigingen herhaald, maar het hof heeft geen aanleiding gezien om aan de betrouwbaarheid van de informatie van het Jugendamt te twijfelen.
De beslissing van het hof houdt in dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige1] in een pleegzorgvoorziening wordt bekrachtigd tot 1 januari 2020. Het hof heeft tevens bepaald dat de GI (gecertificeerde instelling) met spoed een onderzoek moet opstarten naar de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de mogelijkheden voor terugplaatsing van [de minderjarige1]. De ouders, de raad en de GI zijn opgeroepen voor een vervolg van de mondelinge behandeling op 5 december 2019, waarbij de GI en de raad recentere informatie dienen te verstrekken over de situatie van de kinderen.