In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 september 2019 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de verdachte, de toenmalige echtgenoot van een sinds 10 januari 2010 vermiste vrouw, was veroordeeld voor doodslag tot een gevangenisstraf van 15 jaar. De verdachte ontkent de beschuldigingen. Tijdens de regiezitting op 4 september 2019 zijn de onderzoekswensen van de verdediging besproken, waarbij het hof enkele aanvullende onderzoekshandelingen heeft opgelegd. Dit omvat het opmaken van een proces-verbaal over het DNA-materiaal, herbeoordeling van forensisch sporenmateriaal met moderne technieken, en het toevoegen van al het beschikbare beeld- en fotomateriaal aan het dossier. Daarnaast wil het hof geïnformeerd worden door een cultureel antropoloog over de betekenis van het afknippen van haar en de werkwijze van lijkenspeurhonden. Het hof heeft ook besloten dat een proces-verbaal moet worden opgemaakt over de bevindingen van de buurtagent die contact had met de verdachte kort na de verdwijning van zijn vrouw. Het verzoek om onderzoek naar de mentale toestand van de moeder van de vermiste vrouw is afgewezen, omdat er geen juridische basis voor was. Het hof heeft het onderzoek heropend en zal dit hervatten op een nog te bepalen datum.