Uitspraak
[appellant],
Kredietbank,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- Dat u geen achterstand heeft bij Energie Direct, wel zien wij dat de maandtermijn achteraf wordt betaald.
- Dat u gemiddeld ca. € 175,- per maand uitgeeft aan loterijen. Gezien de hoogte van uw inkomen speelde dit niet mee in de beoordeling van de lening aanvraag. Mevrouw [C] wilde dit echter wel benoemen, i.v.m. de constatering van de overige achterstanden.
- Dat er een betalingsregeling met CZ is geweest, dc maandpremie achteraf wordt betaald en op 8 februari 2017 de premie over januari nog niet was betaald.
- Dat er een betalingsregeling met [D] is geweest, de huur achteraf wordt betaald en op 8 februari 2017 de huur over december 2016 en januari 2017 nog niet was betaald.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief 2keert zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vordering van [appellant] afstuit op het beginsel van contractsvrijheid en het oordeel dat er geen wettelijke of andere regel is die Kredietbank kan dwingen een overeenkomst met [appellant] aan te gaan. In de toelichting op de grief voert [appellant] aan dat de kantonrechter ten onrechte voorbij is gegaan aan de bijzondere maatschappelijke positie van Kredietbank. Op grond van die maatschappelijke functie rust op Kredietbank een bijzondere zorgplicht ten aanzien van het verstrekken van krediet aan particulieren. Deze zorgplicht heeft Kredietbank geschonden. Ook is de kantonrechter er ten onrechte aan voorbij gegaan dat Kredietbank publiekelijk kredieten aanbiedt aan personen die daarvoor bij commerciële banken niet in aanmerking komen. Deze publieke aanbieding schept verwachtingen en daarmee verplichtingen voor Kredietbank. [appellant] is op de aanbieding ingegaan en hij voldoet naar eigen zeggen aan de voorwaarden. Hierdoor rust op Kredietbank de verplichting om een lening te verstrekken, aldus tot zover [appellant] .