ECLI:NL:GHARL:2019:938

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 februari 2019
Publicatiedatum
1 februari 2019
Zaaknummer
WAHV 200.212.245
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. de Witt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake niet stoppen voor rood licht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter, die het beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond had verklaard en de feitcode had gewijzigd. De betrokkene was als kentekenhouder een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd gekregen voor het niet stoppen voor rood licht op 12 maart 2016. De kantonrechter wijzigde de feitcode van R602 naar R619, wat de betrokkene betwistte.

Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene zich op de baan voor linksafslaand verkeer bevond en niet stopte voor het rode verkeerslicht. Het hof oordeelde dat het beroep op overmacht niet slaagde, omdat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat hij onder de gegeven omstandigheden niet anders had kunnen handelen. De enkele omstandigheid dat een ander voertuig richting aangaf naar links, was niet voldoende om te concluderen dat de betrokkene moest uitwijken naar de linkerrijstrook.

Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond. De overtreding was geautomatiseerd vastgelegd met roodlichtapparatuur, en de foto's toonden aan dat de betrokkene de verkeersregels had overtreden. Het hof concludeerde dat de kantonrechter ten onrechte de feitcode had gewijzigd en dat de sanctie terecht was opgelegd.

Uitspraak

WAHV 200.212.245
1 februari 2019
CJIB 196496637
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 6 februari 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond verklaard en de feitcode gewijzigd.

Het procesverloop

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht (feitcode R602)”, welke gedraging zou zijn verricht op 12 maart 2016 om 13.21 uur op de Johannes Geradtsweg, ter hoogte van perceel 67 / Jacob van Campenlaan te Hilversum met het voertuig met het kenteken [00-YYY-0] .
2. De kantonrechter heeft de feitcode gewijzigd in feitcode R619: "andere richting volgen dan richting van voorsorteervak".
3. De betrokkene stelt dat hij reed op de baan voor rechtdoorgaand verkeer, maar moest uitwijken naar links omdat een andere auto van de rechterbaan naar de baan voor rechtdoorgaand verkeer wisselde. Hij is vervolgens rechtdoor gereden, zoals ook uit de foto's blijkt. De afslag naar links was afgesloten in verband met wegwerkzaamheden.
4. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de ambtsedige verklaring van de verbalisant, zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB, onder meer het volgende in:
“De overtreding is geautomatiseerd met roodlichtapparatuur met twee foto's digitaal/fotografisch vastgelegd.
Foto 1 : het betreffende voertuig activeert de radardetectie of de lus achter de stopstreep van het rode verkeerslicht. Op het moment van constatering brandde het rode licht reeds 65 seconden.
Foto 2 : Circa een seconde later. Op foto 2 is duidelijk te zien dat het voertuig verder is gereden.”
5. In het dossier bevinden zich voorts de foto's van de gedraging. Het hof stelt vast dat op de eerste foto is te zien dat het voertuig met kenteken [00-YYY-0] zich net voorbij de stopstreep bevindt, met de rechterzijde van de auto in de baan voor rechtdoorgaand verkeer en de linkerzijde van de auto in de baan voor linksafslaand verkeer. Op de tweede foto is te zien dat het voertuig van de betrokkene zich vrijwel volledig op de rijstrook voor links afslaand verkeer bevindt. Het verkeerslicht bestemd voor linksafslaand verkeer straalt rood licht uit, het verkeerslicht bestemd voor rechtdoorgaand verkeer straalt groen licht uit. Omdat het voertuig zich op de rijstrook voor links afslaand verkeer bevond is de roodlichtapparatuur kennelijk geactiveerd.
6. Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat is komen vast te staan dat de gedraging, het niet stoppen voor het rode verkeerslicht op de baan voor links afslaand verkeer, is verricht. Het hof dient vervolgens te beoordelen of er redenen zijn om de sanctie te matigen of achterwege te laten.
7. Het hof begrijpt het verweer van de betrokkene als een beroep op overmacht. Aan een dergelijk beroep dient tenminste de eis te worden gesteld dat feiten of omstandigheden worden aangevoerd op grond waarvan aannemelijk kan worden dat de bestuurder onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan.
8. Het hof is van oordeel dat de betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de door hem geschetste omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan. Van een weggebruiker mag immers worden verwacht dat hij tijdig en op de juiste wijze anticipeert op een naderende verkeerssituatie. Uit de foto's blijkt dat het voertuig waarvoor de betrokkene meende te moeten uitwijken, zich nog geheel op de rijstrook voor rechtsafslaand verkeer bevond. De enkele omstandigheid dat dit voertuig richting aangaf naar links, betekent niet dat daarmee voor de betrokkene de noodzaak ontstond om uit te wijken. Het beroep op overmacht wordt daarom verworpen.
9. Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat terecht een sanctie is opgelegd ter zake van het niet stoppen voor rood licht, zodat de kantonrechter ten onrechte de feitcode heeft gewijzigd. Dit betekent dat de beslissing van de kantonrechter niet in stand kan blijven. Het hof zal die beslissing vernietigen en het beroep tegen de beslissing van de officier ongegrond verklaren.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.