ECLI:NL:GHARL:2019:9391
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing bevel dadelijke uitvoerbaarheid contactverbod in strafzaak
In deze beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 5 november 2019, wordt een verzoek behandeld tot opheffing van het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van een contactverbod dat eerder was opgelegd aan de verzoeker. De verzoeker was eerder door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en een contactverbod van twee jaar, na een veroordeling voor bedreiging en brandstichting. Het contactverbod was opgelegd met de bedoeling om de slachtoffers te beschermen. De verzoeker heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld, waardoor het vonnis niet onherroepelijk is. Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld, waarbij de advocaat-generaal en de advocaat van de verzoeker aanwezig waren.
De advocaat-generaal stelde dat het verzoek niet in raadkamer behandeld had moeten worden, maar ter terechtzitting. Het hof verwierp dit standpunt en oordeelde dat de behandeling in raadkamer terecht was. Vervolgens beoordeelde het hof of het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van het contactverbod terecht was gegeven. Het hof concludeerde dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de verzoeker zich na de veroordeling opnieuw belastend had gedragen ten opzichte van de slachtoffers. De lange periode tussen de feiten en de uitspraak, zonder nieuwe strafbare feiten, leidde het hof tot de conclusie dat er geen ernstig rekening mee gehouden hoefde te worden dat de verzoeker opnieuw een strafbaar feit zou plegen of zich belastend zou gedragen. Daarom werd het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid opgeheven.