ECLI:NL:GHARL:2019:940

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 februari 2019
Publicatiedatum
1 februari 2019
Zaaknummer
WAHV 200.210.321
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Beswerda
  • mr. Pranger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van sanctiebeschikking wegens onduidelijke bebording bij trajectcontrole

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de kantonrechter het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaarde en de beslissing van de officier van justitie vernietigde. De betrokkene, een B.V., had een administratieve sanctie van € 83,- opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 11 km/h. De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 28 april 2016 om 22:12 uur op de A2 te Baambrugge. De gemachtigde van de betrokkene betwistte echter dat de juiste bebording was geplaatst, wat cruciaal is voor de vaststelling van de gedraging. Het hof oordeelde dat het openbaar ministerie had moeten aantonen dat de bebording correct was, maar dit niet had gedaan. Hierdoor kon niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de maximumsnelheid ten tijde van de gedraging correct was aangegeven. Het hof vernietigde de sanctiebeschikking en verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond. Tevens werden de proceskosten van de betrokkene vergoed tot een bedrag van € 768,-.

Uitspraak

WAHV 200.210.321
1 februari 2019
CJIB 197710265
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 26 januari 2017
betreffende
[betrokkene] B.V. (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [A] ,
voor wie als gemachtigde optreedt mr. [B] ,
kantoorhoudende te [C] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is toegewezen tot een bedrag van € 124,-.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De gemachtigde van de betrokkene heeft nog nadere gronden van het beroep ingediend.

Beoordeling

1. De gemachtigde stelt zich op het standpunt dat de beslissing van de kantonrechter moet worden vernietigd vanwege het (in het dossier) ontbreken van een proces-verbaal van de zitting.
2. De stelling van de gemachtigde dat het proces-verbaal van de zitting van de kantonrechter ontbreekt, mist feitelijke grondslag. In het dossier bevindt zich namelijk wel degelijk een proces-verbaal van de in het openbaar gehouden zitting van 26 januari 2017 (tevens houdende beslissing op het beroep).
3. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 83,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 11 km/h (verkeersbord A1)”, welke gedraging zou zijn verricht op
28 april 2016 om 22:12 uur op de A2 links (trajectcontrole) te Baambrugge met het voertuig met het kenteken [0-YYY-00] .
4. Namens de betrokkene wordt betwist dat de juiste bebording stond geplaatst. Uit het dossier blijkt niet of de bebording vooraf aan de controle is gecontroleerd. Derhalve kan niet zonder meer worden verondersteld dat de bebording in orde was. De gemachtigde refereert daarbij aan het arrest van het hof d.d. 16 juni 2016 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:GHARL:2016:4973).
5. Uit het zaakoverzicht volgt dat de gedraging in de onderhavige zaak is geconstateerd door middel van een trajectcontrole op de autosnelweg A2 te Baambrugge. In afwijking van de reguliere maximumsnelheid op autosnelwegen zou op het betreffende traject (ook) op het tijdstip van de gedraging de maximumsnelheid 100 kilometer per uur zijn.
6. In het zaakoverzicht is aangegeven dat de maximumsnelheid ter plaatse 100 kilometer per uur bedroeg en dat sprake is van borden A1. Nu evenwel wordt betwist dat de juiste bebording was geplaatst en aanwezig was en een en ander, gelet op de afwijkende maximumsnelheid, cruciaal is om vast te kunnen stellen dat de gedraging is verricht, had het op de weg van het openbaar ministerie gelegen om dit verweer door middel van een proces-verbaal of schouwrapport(en) te (doen) weerleggen. Bij gebreke hiervan is naar het oordeel van het hof niet met voldoende zekerheid komen vast te staan dat de maximumsnelheid ten tijde van de gedraging behoorlijk was aangegeven (vgl. het arrest van het hof van 12 oktober 2015, gepubliceerd op rechtspraak.nl met vindplaats NL:ECLI:GHARL:2015:7637).
7. Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht, zodat de sanctie ten onrechte is opgelegd. Het hof zal dan ook de beslissing van de kantonrechter vernietigen en, met gegrondverklaring van het beroep daartegen, de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigen. Het tot zekerheid gestelde bedrag moet worden gerestitueerd. De overige aangevoerde bezwaren behoeven daarom geen bespreking meer.
8. De proceskosten komen voor vergoeding in aanmerking. Aan het indienen van het administratief beroepschrift, het beroepschrift bij de kantonrechter en het hoger beroepschrift dienen in totaal drie procespunten te worden toegekend. De waarde per punt bedraagt € 512,- en gelet op de aard van de zaak wordt de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toegepast. Aldus zal het hof de advocaat-generaal veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 768,-.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nummer 197710265 de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat het door de betrokkene tot zekerheid gestelde bedrag door de advocaat-generaal wordt gerestitueerd;
veroordeelt de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 768,-.
Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Pranger als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.