Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de vader,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beslissing van de kinderrechter die op 3 september 2019 een machtiging tot uithuisplaatsing had verleend. De vader verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de kinderen weer bij hem te laten wonen.
De procedure in eerste aanleg was gestart na zorgen over de verzorging en opvoeding van de kinderen, die onder toezicht waren gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI). De kinderrechter had vastgesteld dat de ouders niet in staat waren om voor de kinderen te zorgen, wat leidde tot de uithuisplaatsing. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 25 oktober 2019, werd de vader bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de raad voor de kinderbescherming en de moeder ook aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld, waaronder de zorgen over hygiëne, veiligheid en verwaarlozing van de kinderen. De ouders hadden geen overtuigende argumenten aangedragen tegen de geconstateerde zorgen. Het hof concludeerde dat de redenen voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig waren, gezien het gebrek aan hulpverlening en de zorgelijke situatie van de kinderen bij de ouders. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarmee de uithuisplaatsing van de kinderen werd gehandhaafd.