Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 3 februari 2020;
- het verweerschrift met productie a;
- een journaalbericht van mr. Koetze van 30 oktober 2020 met producties 6 tot en met 14;
- de pleitnota van mr. Kortenhoff, per email ingekomen op 5 november 2020.
3.De feiten
- [de minderjarige1] (verder te noemen: [de minderjarige1] ), geboren [in] 2007 te [A] , en
- [de minderjarige2] (verder te noemen: [de minderjarige2] ), geboren [in] 2008 te [A] .
4.Het geschil
5.De overwegingen voor de beslissing
1 augustus 2019 een bedrag van € 158,- per kind per maand dient te betalen. In 2020 dient de man na wettelijke indexering een bedrag van € 162,- per kind per maand te voldoen.
6.De beslissing
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2007 te [A] , en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2008 te [A] ;
€ 162,- per kind per maand aan de vrouw dient te betalen, de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;