ECLI:NL:GHARL:2020:10790

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
21-001067-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake strafzaak met verzoek tot reclasseringsrapport

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2020 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 6 februari 2018. De verdachte, geboren in 1966, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij de officier van justitie op 20 maart 2018 het hoger beroep heeft ingetrokken. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 9 december 2020, waar de raadsman van de verdachte, mr. R.P. Snorn, en de advocaat-generaal hun standpunten hebben gepresenteerd. Het hof heeft geoordeeld dat, ondanks het voortbouwend appel, alle feiten in volle omvang aan de orde zullen komen, met uitzondering van een specifiek onderdeel van de tenlastelegging dat niet meer aan de orde komt in hoger beroep.

De verdediging heeft verzocht om een reclasseringsrapport op te laten maken, waartegen het openbaar ministerie geen bezwaar heeft. Het hof heeft besloten de stukken in handen te stellen van de advocaat-generaal om dit rapport op te laten maken. Daarnaast zijn er verzoeken gedaan in zaken van medeverdachten, waarbij het hof heeft bepaald dat de verdediging zelf de voortgang van de reclasseringsrapporten in de gaten moet houden. Het hof heeft ook opdracht gegeven om navraag te doen naar een strafrechtelijk onderzoek tegen een bedrijf en een advocatenkantoor, en de bevindingen hiervan moeten aan het dossier worden toegevoegd.

Het onderzoek is voor onbepaalde tijd geschorst, omdat een definitieve planning van de inhoudelijke behandeling nog niet mogelijk is. Het hof heeft de stukken in handen gesteld van de advocaat-generaal en de raadsheer-commissaris, en de verdachte zal tegen een nader te bepalen tijdstip worden opgeroepen. De beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2020.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001067-18
Uitspraak d.d.: 23 december 2020
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 6 februari 2018 met parketnummer 19-996506-12 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. De officier van justitie heeft het hoger beroep d.d. 20 maart 2018 ingetrokken.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 december 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. R.P. Snorn, naar voren is gebracht.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de advocaat-generaal naar voren is gebracht.

Omvang van het appel

Standpunt van de verdediging
Gezien de wijze van ten laste leggen van het eerste tenlastegelegde feit, kan het hele feit opnieuw ter discussie komen te staan. De verdediging wenst op voorhand van het hof te weten of uiteindelijk bij bespreking van de feiten de verdediging zich nog dient te richten op de in eerste aanleg niet bewezenverklaarde elementen van de oorspronkelijke tenlastelegging.
Standpunt van de advocaat-generaal
Het openbaar ministerie zal zich alleen richten op de in eerste aanleg bewezenverklaarde feiten.
Oordeel van het hof
Hoewel sprake is van voortbouwend appèl zal het hof, gelet op de onderlinge verwevenheid van in de tenlastelegging (op onderdelen) opgenomen feitelijkheden, in beginsel alle feiten in volle omvang aan de orde stellen. Een uitzondering daarop betreft de onder feit 4 tenlastegelegde valsheid in geschrift met betrekking tot de email van 20 juni 2008. Dit deel van feit 4 op de tenlastelegging zal in hoger beroep niet meer aan de orde komen.

Verzoek

Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht door de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent verdachte.
Standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft geen bezwaar tegen het doen opmaken van een reclasseringsrapport.
Oordeel van het hof
Het hof zal de stukken in handen stellen van de advocaat-generaal, zodat de reclassering opdracht kan worden gegeven een rapport op te maken omtrent verdachte.

Overzicht toegewezen verzoeken in zaken van medeverdachten

  • In de zaken van verdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] is het verzoek tot het horen van [getuige 6] toegewezen. Ambtshalve heeft het hof opdracht gegeven mr. [getuige 7] te horen. In diezelfde zaken heeft het hof aangegeven dat de verdediging zelf de (voortgang van het opmaken van) reclasseringsrapporten in de gaten dient te houden, en indien nodig voor aanvang van de inhoudelijke behandeling zelf gemotiveerd om een update dient te vragen. De verdediging is hiermee ter zitting van 9 december 2020 akkoord gegaan. Voorts zal de advocaat-generaal bij de FIOD informeren naar de beschikbaarheid van door de verdediging verzochte e-mailbestanden, en de mogelijkheden tot inzage daarin.
  • In de zaak van verdachte [medeverdachte 8] is het verzoek tot het doen opmaken van een reclasseringsrapport toegewezen. Voorts zal de raadsman van verdachte [medeverdachte 8] digitaal de beschikking krijgen over de audiobestanden van de verhoren van verdachte [medeverdachte 8] .
  • In de zaak van verdachte [medeverdachte 1] is bepaald dat de verdediging digitaal de beschikking krijgt over de mappen waarover het hof beschikt. Ook zal het document D-160 uit het [dossiernaam] aan het dossier van verdachte [medeverdachte 1] worden toegevoegd.
  • In de zaken tegen verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] heeft het hof de advocaat-generaal opgedragen om (verder) navraag te doen naar de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek naar [bedrijf] en [advocatenkantoor 1] . Het staat vast dat aangifte is gedaan, blijkens het door het Functioneel Parket, in de persoon van mw. [naam] , opgestelde persbericht. De advocaat-generaal dient de bevindingen naar aanleiding van die navraag vervolgens in een ambtsbericht vast te leggen en aan het dossier toe te voegen.
Naar aanleiding van bovenstaande, zal aan het dossier van onderhavige verdachte eveneens het document D-160 uit het [dossiernaam] worden toegevoegd. Voorts zal de raadsman in de gelegenheid worden gesteld het verhoor van de getuigen [getuige 6] en mr. [getuige 7] bij te wonen. Het hof ziet tevens aanleiding te bepalen dat het door de advocaat-generaal uit te brengen ambtsbericht over de navraag naar en de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek tegen [bedrijf] en [advocatenkantoor 1] aan het dossier tegen verdachte wordt toegevoegd.

Schorsing onderzoek voor onbepaalde tijd

Omdat een definitieve planning van de inhoudelijke behandeling op dit moment nog niet tot de mogelijkheden behoort en de onderzoekshandelingen naar verwachting enige tijd in beslag zullen nemen, zal het onderzoek voor onbepaalde tijd worden geschorst.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Stelt de stukken in handen van de advocaat-generaal met voormeld doel, zijnde de reclassering opdracht te geven een rapport op te maken omtrent verdachte.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, teneinde de raadsman de gelegenheid te geven het verhoor van de hierna genoemde getuigen in de zaken van verdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] bij te wonen:
  • Dhr. [getuige 6] , bereikbaar op het adres [adres] .
  • Mr. [getuige 7] ( [advocatenkantoor 2] ).
Draagt de advocaat-generaal op navraag te doen en ambtsbericht uit te brengen over het strafrechtelijk onderzoek tegen [bedrijf] en [advocatenkantoor 1] , zoals hierboven aangegeven.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van de verdachte.
Aldus gewezen door
mr. G.A. Versteeg, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. Sotthewes-de Jonge, griffier,
en op 23 december 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.