Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van de ouders over hun kinderen. De vader is ongeschikt bevonden om (mede) het ouderlijk gezag uit te oefenen, omdat hij doelbewust en langdurig in strijd handelt met het welzijn van zijn kinderen en geen hulp voor zichzelf aanvaardt. De moeder, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt het hof om haar alleen het gezag over de kinderen toe te wijzen, omdat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof heeft vastgesteld dat de vader geen contact wil met de jongste dochter en dat dit leidt tot loyaliteitsconflicten bij de andere kinderen. De vader toont geen inlevingsvermogen en handelt tegen de belangen van de kinderen in. Het hof oordeelt dat de moeder alleen beslissingen over de kinderen kan nemen, wat in het belang van de kinderen is. De beschikking van de rechtbank Overijssel van 18 april 2019 is vernietigd en het verzoek van de moeder tot beëindiging van het gezamenlijk gezag is toegewezen. De moeder is voortaan alleen belast met het gezag over de kinderen.