Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
de gemeente Overbetuwe(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 april 2018. De zaak betreft de waardevaststelling van de woning aan [a-straat] 9 te [Z] voor het jaar 2017, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Overbetuwe op € 238.000 per waardepeildatum 1 januari 2016. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en is in beroep gegaan bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 20 december 2019 heeft het Hof de argumenten van beide partijen gehoord. Belanghebbende betwist de vastgestelde waarde en bepleit een lagere waarde van € 207.000, terwijl de heffingsambtenaar de vastgestelde waarde van € 238.000 verdedigt. Het Hof heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar een taxatierapport heeft overgelegd ter onderbouwing van de vastgestelde waarde, waarin vergelijkingsobjecten zijn gebruikt. Het Hof oordeelt dat het taxatierapport steun biedt aan de verdedigde waarde en dat de referentieobjecten goed vergelijkbaar zijn met de woning van belanghebbende.
Belanghebbende heeft ook aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met de luxe van de keuken en de condensvorming in het dubbel glas van de ramen. Het Hof heeft deze argumenten beoordeeld en geconcludeerd dat de keuken van de woning niet minder luxe is dan die van de referentieobjecten en dat de condensvorming niet significant genoeg is om de waarde van de woning te beïnvloeden. Het Hof heeft uiteindelijk het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen kosten voor griffierecht of proceskosten toegewezen.