Uitspraak
Nexmar,
[geïntimeerde] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
was dissolved on 03/05/16”.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een buitenlandse vennootschap, SIT Groupe Europe Limited, in het kader van een geschil met de Nederlandse aannemer Nexmar B.V. Nexmar had een overeenkomst gesloten met SIT voor de bouw van een woning, maar SIT liet een deel van de facturen onbetaald. Nexmar vorderde in eerste aanleg betaling van de bestuurders van SIT, [B] en [geïntimeerde], maar de rechtbank wees deze vorderingen af. Nexmar ging in hoger beroep, waarbij zij stelde dat [geïntimeerde] persoonlijk aansprakelijk was omdat hij niet had gezorgd voor de herinschrijving van SIT in het Nederlandse handelsregister en omdat hij de vennootschap had laten uitschrijven uit het Engelse Companies House. Het hof oordeelde dat, zelfs als deze verwijten terecht waren, ze niet voldoende waren om persoonlijke aansprakelijkheid aan te nemen. Het hof benadrukte dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders een ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt, wat in dit geval niet was aangetoond. De omstandigheid dat SIT geen eigen vermogen had op het moment van de overeenkomst was op zichzelf niet voldoende om aansprakelijkheid te concluderen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Nexmar in de proceskosten van [geïntimeerde].