Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
De man verzoekt de bestreden uitspraak te vernietigen en opnieuw rechtdoende te bepalen dat de door hem te betalen kinderalimentatie per 1 april 2017, subsidiair per de datum van de indiening van het verzoekschrift, zijnde 21 maart 2018, op nihil wordt gesteld, en te bepalen dat de vrouw de teveel betaalde alimentatie te vermeerderen met de aan hem in rekening gebrachte kosten van executie en beslaglegging binnen 10 dagen na dato van de te wijzen beschikking aan hem dient terug te betalen en te bepalen dat de vrouw met ingang van 1 april 2017, subsidiair per de datum van de indiening van het verzoekschrift, althans per 10 januari 2019, als kinderalimentatie voor [de jong-meerderjarige] € 250,- per maand aan de man betaalt, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, en te bepalen dat elke partij de eigen proceskosten betaalt.