Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de behandeling van een jeugdige, aangeduid als [verzoeker], die onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De kinderrechter had eerder een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, die door [verzoeker] in hoger beroep werd aangevochten. De mondelinge behandeling was oorspronkelijk gepland op 27 maart 2020, maar vanwege de coronamaatregelen vond deze telefonisch plaats. Het hof heeft de situatie van [verzoeker] en de noodzaak van gesloten jeugdzorg beoordeeld, waarbij het hof de zorgen over zijn ontwikkeling en gedrag in overweging nam. Het hof concludeerde dat de gronden voor de machtiging gesloten jeugdhulp nog steeds aanwezig waren, ondanks de argumenten van [verzoeker] dat hij gemotiveerd was voor behandeling en dat dit ook ambulant kon plaatsvinden. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kinderrechter voor de periode tot 13 juni 2020, maar vernietigde deze voor de periode daarna, omdat de ondertoezichtstelling op dat moment eindigde. De beslissing benadrukt het belang van continuïteit in de behandeling van [verzoeker] en de rol van de GI in deze moeilijke tijden.