Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,wonende te [A] ,
[appellante],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
“Het hof leest in de stellingen van [appellanten] c.s. over het gebrek aan transparantie van de lening en (het ondoorzichtige gebruik van) de eenzijdige bevoegdheid van IDM tot wijziging van de kredietvergoeding (en daarop geënte vertragingsvergoeding) en hun verzoek de overeenkomst te vernietigen tevens de stelling dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding als bedoeld in artikel 6:233, aanhef en onder a, en dat dit beding daarom vernietigbaar is. (…)”
“onder de gegeven omstandigheden het bepaalde in artikel 8 AV over de vertragingsvergoeding ongewijzigd in stand kan blijven en geen aparte beoordeling behoeft”.Het hof ziet geen aanleiding om op deze bindende eindbeslissing terug te komen.