In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2020 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1985, verblijft momenteel in voorlopige hechtenis en is niet geplaatst in een psychiatrische kliniek. De rechtbank had eerder de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar opgelegd op basis van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. Echter, met de inwerkingtreding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) op 1 januari 2020 is deze maatregel komen te vervallen. Het hof volgt de verdediging niet in het betoog dat de maatregel nog steeds kan worden opgelegd. De wetgeving is duidelijk: de overgangsbepalingen van de Wvggz zijn enkel van toepassing op plaatsingen die vóór de inwerkingtreding van de wet zijn gelast. Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte. De advocaat-generaal heeft gepleit voor aanvullend Pro Justitia-onderzoek door psychiater Verstraeten en psycholoog Yntema, terwijl de verdediging van mening is dat dit niet nodig is. Het hof heeft besloten dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is om te bepalen welk juridisch kader voor behandeling en begeleiding passend is, nu de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis niet meer kan worden opgelegd. Het hof heeft het verzoek van de advocaat-generaal toegewezen en de zaak verwezen naar de raadsheer-commissaris voor het opmaken van aanvullende rapportages.