Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de betrokkene in haar hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland. De betrokkene, geboren in 1985, heeft een bewindvoerder aangesteld vanwege problematische schulden. De bewindvoerder heeft op 26 juni 2019 een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend bij de gemeente Groningen, die deze aanvraag niet heeft geaccepteerd. De betrokkene heeft vervolgens verzocht om ontslag van de bewindvoerder, wat door de kantonrechter is afgewezen. De betrokkene is in hoger beroep gegaan, maar het hof oordeelt dat zij niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep. Het hof stelt vast dat de betrokkene onvoldoende belang heeft bij haar hoger beroep, aangezien zij niet verzoekt om een wijziging van het dictum van de bestreden beschikking. De beslissing van het hof is dat de betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep.