zij op of omstreeks 28 september 2016, te of bij [plaats] , in de gemeente [gemeente] , althans in Nederland, als werkgever in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, al dan niet opzettelijk, handelingen heeft verricht en/of nagelaten in strijd met voormelde wet en/of de daarop berustende bepalingen, immers heeft verdachte toen in een hal (te weten hal 2) van haar/het bedrijf gelegen aan de [adres] , zijnde een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde lid onder g van genoemde wet, door een van haar werknemers in de zin van genoemde wet, te weten [naam medewerker 1] arbeid doen of laten verrichten, bestaande die arbeid uit het met een shovel verplaatsen van (gedroogde) mest in bedoelde hal en/of het (vervolgens) laden van een vrachtwagen met die (gedroogde) mest in die hal, terwijl niet was/werd voldaan aan
- artikel 5, lid 1, van de Arbeidsomstandighedenwet, immers had verdachte bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid niet voldaan aan de verplichting schriftelijk in een inventarisatie en evaluatie vast te leggen welke risico's het met een shovel verplaatsen van (gedroogde) mest in bedoelde hal en/of het (vervolgens) laden van een vrachtwagen met die (gedroogde) mest in die hal voor (een) werknemer(s) met zich (mee)bracht en/of
- artikel 8, lid 1, van de Arbeidsomstandighedenwet, immers had verdachte er niet voor gezorgd dat die [naam medewerker 1] en/of [slachtoffer] (slachtoffer) doeltreffend werd(en) ingelicht over de te verrichten werkzaamheden, te weten het met een shovel verplaatsen van (gedroogde) mest in bedoelde hal en/of het (vervolgens) laden van een vrachtwagen met die (gedroogde) mest in die hal en de daaraan verbonden risico's en/of alsmede over de maatregelen die erop gericht waren deze risico's te voorkomen of te beperken en/of
- artikel 7.2, lid 1, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers voldeed het door verdachte aan werknemer [naam medewerker 1] ter beschikking gestelde arbeidsmiddel, te weten de bedoelde shovel, niet aan de op dat arbeidsmiddel, te weten die shovel, van toepassing zijnde Warenwetbesluit, te weten het Warenwetbesluit machines, aangezien die shovel niet voldeed aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen; in strijd met voorschrift 3.2.1 van bijlage I bij richtlijn nr. 2006/42/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van richtlijn 95/16/EG was het zicht vanaf de bestuurdersplaats van de door genoemde [naam medewerker 1] bestuurde shovel tijdens voornoemde arbeid niet zodanig dat die bestuurder, [naam medewerker 1] , die shovel met haar gereedschappen in de voorzienbare werkomstandigheden veilig kon doen (laten) werken zonder dat die [naam medewerker 1] zelf of andere personen aan gevaar werden blootgesteld. Verdachte heeft er niet voor gezorgd dat (de) risico's wegens ontoereikend direct zicht, met behulp van passende middelen werden weggenomen en/of
- art. 7.4 lid 3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers was dat arbeidsmiddel, die shovel, niet zodanig ingericht en/of werd dat arbeidsmiddel, die shovel, niet zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordeed, zoals het getroffen worden door die shovel of onderdelen daarvan zoveel mogelijk was voorkomen en/of
- art. 3.2 lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers werd bedoelde arbeidsplaats (te weten hal 2) niet zodanig uitgerust en/of in bedrijf gesteld dat gevaar voor de veiligheid en/of de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk was voorkomen,
terwijl daardoor verdachte wist of redelijkerwijs moest weten, dat levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van (die) werknemer [slachtoffer] , ontstond of te verwachten was.