Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Primair
hij op of omstreeks 3 januari 2018 te [plaats] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door meermalen met gebalde vuist in het gezicht en/of tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan;3.
hij op of omstreeks 3 januari 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een of meer asbak(ken) en/of de muur van een woning gelegen aldaar aan de [adres] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;4.
hij op of omstreeks 3 januari 2018 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij op of omstreeks 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 4] heeft mishandeld door haar - meermalen te slaan/stompen en/of - meermalen te schoppen/trappen en/of - meermalen te bijten;
hij op of omstreeks 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem aan zijn haren te trekken;
hij op of omstreeks 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 3] heeft mishandeld door haar (op/van de trap) te duwen waardoor zij ten val kwam;
hij op of omstreeks 17 november 2017 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 5] , hoofdagent van de politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "Jij bent een vies wijf. Hoer, vieze hoer, smerig kutwijf", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 17 november 2017 te [plaats] opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55d Wetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalisant 1] , brigadier van de politie en/of [verbalisant 2] , inspecteur van de politie, belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd mee te werken aan een speekseltest en/of een bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven;
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 3 januari 2018 te [plaats] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door meermalen met gebalde vuist in het gezicht van die [slachtoffer 1] te slaan;
hij op 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 4] heeft mishandeld door haar meermalen te slaan/stompen en te bijten;
hij op 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem aan zijn haren te trekken;
hij op 17 november 2017 te [plaats] [slachtoffer 3] heeft mishandeld door haar van de trap te duwen, waardoor zij ten val kwam;
hij op 17 november 2017 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 5] , hoofdagent van de politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "Jij bent een vies wijf. Hoer, vieze hoer, smerig kutwijf";
hij op 17 november 2017 te [plaats] opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55d Wetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [verbalisant 1] , brigadier van de politie, belast met het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd mee te werken aan een speekseltest hieraan geen gevolg te geven.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
168 (honderdachtenzestig) dagen.
90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.