Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Waar gaat het over
,locatie Lelystad, heeft op 9 juli 2019 een mentorschap ingesteld voor verzoeker. [C] is daarbij benoemd tot mentor.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een mentorschap dat door de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, was ingesteld op 9 juli 2019. Verzoeker, die een verstandelijke beperking heeft en niet in staat is om zijn belangen zelf te behartigen, was het niet eens met de benoeming van [C] als mentor. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter het recht op hoor en wederhoor heeft geschonden door verzoeker niet te horen voordat het mentorschap werd ingesteld. Ondanks deze schending heeft het hof besloten het mentorschap in stand te houden, maar heeft het verzoek van verzoeker om de (pleeg)zus als mentor te benoemen afgewezen. Het hof oordeelde dat de belangen van verzoeker niet voldoende worden behartigd door de directe omgeving en dat een onafhankelijke derde als mentor noodzakelijk is. Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek van verzoeker in hoger beroep af.