Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
1. Het "Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij [adres] " d.d. 10 november 2014 (hierna: de ontnemingsrapportage), voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende:
2. De als bijlagen bij de ontnemingsrapportage gevoegde overzichten van contante stortingen op de hypotheekrekeningen met de nummers [rekeningnummer 3] , [rekeningnummer 4] en [rekeningnummer 5] , opgenomen in map 21, pagina b206 tot en met b209, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, dat in de periode van januari 2006 tot en met december 2011 een geldbedrag van in totaal € 84.080,08 contant is gestort op deze hypotheekrekeningen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 3 juli 2013, opgenomen in map 21, pagina b136 tot en met b140, inhoudende als verklaring van veroordeelde:
Ik woon aan de [adres] . De woning is van mij. Hij staat op mijn naam. Ik woon er al een jaar of acht. Op de woning zit een hypotheek bij de ING. Ik betaal elke maand € 391, plus € 100 en dan € 1.209. Het zijn drie aparte leningen. (Vraag verbalisant: Wat zijn uw inkomsten?) Alimentatie, dat is € 1.500 per maand. Ik heb een WAO uitkering van € 500 per maand. Ik heb verder geen inkomsten. Ik heb een bankrekening bij de Rabobank met nummer [rekeningnummer 2] . Het klopt dat mijn inkomsten ongeveer € 2.000 zijn en mijn hypotheeklasten € 1.600.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 4 juli 2013, opgenomen in map 21, pagina b145 tot en met b146, inhoudende als verklaring van veroordeelde:
[medeverdachte] betaalt mij alimentatie. Ik krijg € 1.500 per maand. Dat gaat niet via de bank, maar contant.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 4 juli 2013, opgenomen in map 21, pagina b107 tot en met b112, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
(Vraag verbalisant: Maar de alimentatie aan mevrouw [verdachte] werd ook van de opbrengst van de hennepkwekerij betaald?) Ja die werd daar ook van betaald. (Vraag verbalisant: Maar mevrouw [verdachte] en [zoon verdachte] wisten van de hennepkwekerij en kregen nooit een aandeel mee?) We leven er toch van.
heeft de rechtbank bewezen verklaard dat veroordeelde tezamen en in vereniging met [medeverdachte] hennepplanten aanwezig heeft gehad in de kelder van haar woning aan de [adres] . Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de aangetroffen hennepplanten zich in de machtssfeer van veroordeelde bevonden, aangezien de planten in een kelder onder de woning van veroordeelde stonden en zij deze ruimte kon betreden. De rechtbank heeft geoordeeld dat vast staat dat veroordeelde wetenschap had van de aanwezigheid van de hennepplanten. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat in zijn algemeenheid van de eigenaresse en bewoonster van een woning mag worden verwacht dat zij weet wat zich in haar woning afspeelt en dat dit in het onderhavige geval te meer geldt, nu de aangetroffen hennepkwekerij grootschalig was en gedurende meerdere jaren aanwezig is geweest en er in die tijd een aantal keren is geoogst. Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen dat door verbalisanten ten tijde van de aanhouding van veroordeelde en [medeverdachte] in en buiten de woning een lucht geroken is die zij herkenden als een henneplucht, dat op het terrein rond de woning van veroordeelde diverse benodigdheden voor het exploiteren van een hennepkwekerij openlijk zijn aangetroffen en [medeverdachte] heeft verklaard dat veroordeelde klaagde over een wietgeur. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank de verklaring van veroordeelde dat zij er niets van heeft gemerkt, niet geloofwaardig geacht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
320.777,22 (driehonderdtwintigduizend zevenhonderdzevenenzeventig euro en tweeëntwintig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 320.777,22 (driehonderdtwintigduizend zevenhonderdzevenenzeventig euro en tweeëntwintig cent).