Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, waarbij de bewindvoerder van een rechthebbende, die niet in staat is haar wil te bepalen, toestemming vroeg om schenkingen te doen aan de kinderen van de rechthebbende. De kantonrechter had het verzoek afgewezen, waarop de bewindvoerder in hoger beroep ging. Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg in acht genomen, evenals de financiële situatie van de rechthebbende. De bewindvoerder had eerder schenkingen gedaan aan de kinderen en stelde dat er een schenkingstraditie was. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder voldoende had aangetoond dat er sprake was van een schenkingstraditie en dat de beoogde schenkingen de financiële positie van de rechthebbende niet in gevaar zouden brengen. Het hof verleende daarom machtiging voor de schenkingen van € 5.428,- per kind, in totaal € 21.712,-, en vernietigde de eerdere beschikking van de kantonrechter. Het verzoek om machtiging voor toekomstige schenkingen werd afgewezen, omdat het hof geen inzicht had in de toekomstige financiële situatie van de rechthebbende.